Friday 12 November 2010

De waarheid van Wilders

Wilders spreekt de waarheid. Hoe is het mogelijk, dat iemand die de waarheid spreekt door justitie vervolgd wordt? Dat komt omdat een stel rechters dat – tegen de zin van het openbaar ministerie – noodzakelijk of wenselijk achtten. Een van die rechters was ook nog zo dom om tijdens een etentje te pogen een arabist daarvan te overtuigen. En wij maar denken, dat vrouwe Justitia uit is op waarheidsvinding. Mevrouw hoeft niet lang te zoeken. De waarheid zit in het proces Wilders voor haar ter linker zijde. Misschien is er een verschil tussen de waarheid van de straat en die van de staat. Bestaat de waarheid eigenlijk wel? Hugo Claus vond van niet. Hij stelde dat ze elke dag opnieuw gelogen wordt, die waarheid. Dat proces gaat ook helemaal niet om de waarheid. Het gaat om het ( vermeende ) recht te mogen zeggen wat je denkt. De vrijheid van meningsuiting. Natuurlijk mag Wilders zijn mening uiten. Dat wil echter geenszins zeggen, dat zijn mening gelijk staat met de waarheid, die toch al zo veel gezichten blijkt te hebben. De linkse en de rechtse waarheid bijvoorbeeld. Er zijn mensen, die iedereen die het ook maar waagt een enigszins kritisch geluid over hun Geert te ventileren meteen bestempelen als links, elitair, blind voor het gevaar dat de ideologie van de islam oplevert, kortzichtig, zelfingenomen, ijdel en boven alles dom. Dit soort kwalificaties komen in het algemeen op de proppen als er een gebrek aan argumenten is. Ze zeggen meer over degene die ze gebruikt dan over degene aan wie ze toegeschreven worden. Waar het vermogen om te nuanceren ontbreekt ligt het gevaar van polarisering op de loer. Elkaar verketteren levert geen betere samenleving op. Ook wie de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft, hoeft de nuances niet uit het oog te verliezen en ‘sich im Ton zu vergreifen’, zoals de Duitsers dat zo mooi zeggen. Tenzij hij gelooft dat het volk te dom is voor nuances en behoefte heeft aan verbale krachtpatsers. Misschien is dat de waarheid van Wilders.

Tuesday 2 November 2010

Wordt de klant nog geholpen?

Youp van ‘t Hek is een oukaze begonnen tegen T-Mobile. De crux van het verlenen van diensten zit hem in charme en de bereidheid om de klant echt te helpen. Via de callcenters, waarvan grotere en kleinere ondernemingen zich tegenwoordig bedienen, wordt de klant, de consument op afstand gezet, van het kastje naar de muur gestuurd. Hij wordt met een muziekje in de wacht gezet, het bos in gestuurd, met smoesjes opgezadeld en hoogst zelden echt geholpen. Door de steeds verdergaande automati- en informatisering zijn de aanbieders van producten en diensten steeds verder van hun klanten af komen te staan. Dat geldt zeker niet alleen voor de overheid, waar iedereen al jaren op afgeeft. De klant voelt zich niet langer serieus genomen. Is tot nummer gereduceerd. Klantnummer. Burgerservicenummer. Cijfers zijn belangrijker geworden dan service. Het evenwicht tussen die twee is verstoord. De meeste bedrijven en instellingen hebben hun debiteurenadministratie op orde. Het verbeteren van de service naar hun klanten heeft veel minder aandacht gekregen. Acties als die van BN’er Van ’t Hek zullen in aantal toenemen. Buckler heeft ooit het loodje gelegd voor minder dan wat T-Mobile verweten wordt. Maar er zijn meer voorbeelden. Onze belastingdienst is ijzersterk in het versturen van automatisch aangemaakte, niet ondertekende brieven aan mensen die hun BTW of loonbelasting twee dagen te laat betalen. Minder sterk zijn ze als diezelfde mensen geld terug moeten ontvangen. Dan komt er eerst een brief met de mededeling dat u geld van hen tegoed heeft, maar dat de dienst helaas niet weet op welke rekening ze dat geld moet storten. En dat terwijl ze toch al tijdenlang via die rekening betalingen ontvangen. Luchthavens zijn een ander voorbeeld, waar de collectieve gekte sinds 9/11 toegeslagen heeft. Onlangs vloog ik van Baku naar Riga. In Baku werd ik drie keer gescand. Voor ik het vliegtuig instapte kocht ik voor onderweg enkele plastic flesjes met frisdrank. Die mochten zo mee het toestel in. Bij de eerste controle in Riga werd ik gesommeerd die flessen in de afvalbak te deponeren. Na weer twee controles stond er een automaat waar ik nieuwe flesjes kopen kon voor de rest van de reis. Ik voelde me niet alleen overdreven vaak gecontroleerd, maar ook nog geflest. Mijn ziektekostenverzekeraar blijkt niet in staat om een adreswijziging te verwerken, maar reageert onmiddellijk – weliswaar naar het verkeerde adres – als de premie niet op tijd binnen is. Het zijn allemaal tekenen van een samenleving die aan het ontpersoonlijken is. Protocollen en procedures voeren de boventoon. Wat moeten we doen om zoveel mogelijk te verdienen en hoe krijgen we onze centen zo snel mogelijk binnen? De schaal vergroten, de kosten drukken en de service minimaliseren! De vraag voor wie we het doen is kennelijk van minder belang. Het hoeft dus geen verbazing te wekken, dat klanten – als ze maar even kunnen – zich afkeren van dienstverleners die meer met zichzelf bezig zijn dan met daadwerkelijk helpen. Dat geldt zowel voor de overheid als voor het bedrijfsleven.