Wednesday 31 August 2011

Leden van de Staten Generaal

Tegen de achtergrond van de discussie over het ceremonieel koningschap en mijn eerdere kersttoespraken, acht ik het mijn dure plicht u deelgenoot te maken van enige gedachten met het oog op een minder politiek geladen kerstboodschap dit jaar. Graag verneem ik van u of deze op uw instemming kunnen rekenen.

2011 was een rampjaar. Japan werd geteisterd door een aardbeving en een tsunami. Hoewel onze oosterburen niet direct getroffen werden, schaffen zij wel de kernenergie af. Een geluk bij een ongeluk, zal menigeen beweren. In de Arabische landen sprak men weliswaar van lente, maar of er daarna een zomer komt kan het KNMI nog niet met zekerheid voorspellen. De zomer in ons eigen land was al niet om over naar huis te schrijven.

Mijn persoonlijke vriend, de koning van Noorwegen, kwam zakdoeken tekort bij het verwerken van de tragedie die zich in Oslo en op het eilandje Utøya voltrokken heeft. Wij zijn nog steeds verbijsterd en vragen ons af hoe het zover heeft kunnen komen. Wij rekenen op uw wijsheid bij het vinden van verklaringen.

Mijn zus Irene teisterde de oostkust van de Verenigde Staten. Daarvoor wil ik u mijn welgemeende excuses aanbieden. Het zal niet weer gebeuren, dat verzeker ik u. Ik zal er hoogstpersoonlijk op toezien, dat zij minder hoog van de toren zal blazen en zich zal beperken tot het nederig fluisteren met bomen.

Mijn schoondochter heeft de Nederlandse identiteit , waarnaar zij zo naarstig op zoek was, inmiddels gevonden. Het koekhappen en de blaasmuziek in Thorn en Weert hebben haar een ‘Aha - Erlebnis’, zoals mijn geliefde man gezegd zou hebben, bezorgd. Zij heeft zich vast voorgenomen, verkleed als blonde cowgirl, carnaval te gaan vieren in Venlo om haar inzicht te verdiepen.

Mijn zoon Willem zit tot over zijn oren in het water en heeft zijn handen meer dan vol met het oplossen van de corruptie in de boezem van het Internationaal Olympisch Comité. De zwemlessen uit zijn jeugd komen hem daarbij nu goed van pas. Zelf zal ik tot het bittere einde doorgaan om hem de last van het ceremonieel koningschap te besparen en hem aldus de mogelijkheid te bieden zich met zinvolle zaken bezig te blijven houden.

Met de hand op mijn oranjehart beloof ik u, dat wij de alimentatie voor de nog onbekende kinderen van mijn vader uit eigen zak zullen betalen. Wij zijn ons er ten volle van bewust, dat u allen zwaar te lijden hebt onder de gevolgen van de economische crisis en dat het werkelijk een nationale ramp zou zijn als de schatkist uw wedde niet meer zou kunnen betalen.

Tenslotte spreek ik, mede namens mijn gehele familie, de welgemeende hoop uit dat Gods zegen u zal begeleiden bij uw belangrijke werk voor ons volk en dat u op 21 december aanstaande uit uw lijden verlost zult worden als de voorspelling van de Maya’s uit zal komen en de wereld, inclusief het Koninkrijk der Nederlanden, zal vergaan en ik mijn kersttoespraak niet meer hoef uit te spreken.

Was getekend,

Beatrix

Tuesday 30 August 2011

Tijd voor nieuwe bedenksels

Zondagavond zag ik in Zomergasten Guy Verhofstadt. Voormalig eerste minister van onze westerburen en nu leider van de fractie der vrije liberalen in het Europees Parlement. Ik voelde me aangesproken door zijn visie op Europa. De Verenigde Staten van Europa als perspectief. Victor Hugo had het al gezien. Eigenlijk schrok ik ook wel van mezelf. Hoe kon ik het nu eens zijn met een liberaal? Deze voorvechters van de vrije markt zijn toch eigenlijk de veroorzakers van alle ellende die we nu voor onze kiezen krijgen. Verhofstadt nuanceerde de vrijheid van de vrije markt al snel. Als we de markten hun gang laten gaan roepen we het onheil over ons af. Er moeten dus grenzen gesteld worden. Markten, dacht ik, worden toch ook bestierd door mensen. Wat zijn dat voor mensen, die alleen maar in hun rechter kontzak denken? Waar ik het met Guy oneens bleef, was op het punt van de economische groei als panacee tegen alle problemen. Wij, in het rijke westen, moeten groeien tegen de klippen van de hel omhoog. Anders zijn we niet in staat om onze schulden af te betalen en tegelijkertijd onze levensstandaard op hetzelfde niveau te houden. Als we maar blijven groeien zal de wereld uiteindelijk uit haar voegen barsten. Natuurlijk heeft de wereldeconomie nog wel groeimogelijkheden. Er zijn nog miljarden mensen, die ver verwijderd zijn van wat wij normaal vinden. Het toilet met waterspoeling en de mobiele telefoon hebben in India een economische revolutie veroorzaakt. Die miljarden mensen die hun mars naar de moderniteit nog moeten volbrengen zullen wel de middelen moeten hebben om zich de zegeningen daarvan aan te schaffen. Net zoals wij ons die middelen verschaft hebben. En als de groei niet onbegrensd is, ontkomen we niet aan een gigantische herverdelingsoperatie op wereldschaal. Op alle fronten. Herverdelen betekent voor ons inleveren, want wij hebben ons een onevenredig deel van de koek toegeëigend. Wij willen liever niet inleveren. Wij willen houden wat we hebben. Wij verdedigen. Wij zijn in het defensief gedrongen. Wij doen alsof de koek onbegrensde groeicapaciteit heeft. Inleveren is geen populaire boodschap.

Ook doen wij net alsof de door sommige van ons bedachte concepten, zoals economie en geld, een absoluut en wetmatig karakter hebben, waaraan iedereen onderworpen is. Maar uiteindelijk zijn het niet meer dan bedenksels, waarmee we proberen onze onderlinge relaties te ordenen. We kunnen ook andere, nieuwe dingen bedenken. We zouden kunnen bedenken, dat ons eerste belang is de planeet leefbaar te houden voor mensen, dieren en planten. We zouden kunnen bedenken, dat we in staat zijn om genoeg voedsel voor alle mensen te produceren en dat het vrij eenvoudig is om dat goed te verdelen in plaats van het door te draaien en te vernietigen. Mijn zoon van 15 twitterde enkele weken geleden , dat als we al het op de wereld aanwezige geld zouden verdelen iedereen 6.000 euro zou hebben. Het merendeel van de wereldbevolking zou op hetzelfde moment in luxe leven. Als we denken in het concept van verdelen, hebben we dan nog geld nodig? Alles wat wij hebben lenen we slechts voor de duur van ons leven van de aarde. Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het deksel op zijn neus.

Voetbalmiljonairs staken

Warren Edward Buffet wordt morgen 81 jaar. Hij is de op twee na rijkste man ter wereld met een geschat vermogen van 52 miljard dollar. Door de kredietcrisis heeft hij zo’n 10 miljard en de eerste plaats op de rijkenranglijst verloren. Dat weerhoudt hem er niet van om zo’n 37 miljard dollar weg te geven aan goede doelen. Hij doet dat onder meer samen met Bill Gates ( The Giving Pledge ) en volgt de beroemde Carnegie, die ooit zei dat de Verenigde Staten staan voor het recht om rijk te worden en de plicht hebben die rijkdom weg te schenken.

Zestien Franse miljonairs hebben onlangs aangekondigd meer belasting te willen betalen om te voorkomen dat Frankrijk besmet raakt door de schuldencrisis. Misschien wat laat, want inmiddels zijn we allemaal besmet, maar beter laat dan helemaal niet. Natuurlijk valt er een boom op te zetten over deze actie. Hogere belastingopbrengsten moeten vooralsnog niet leiden tot hogere uitgaven, maar tot minder overheidsschuld. En daarnaast moeten de belastingstelsels zo zijn, dat dit soort acties niet nodig zijn. Hoe goed ook bedoeld. Als de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen zijn ze overbodig.

In schril contrast tot het maatschappelijk bewustzijn, dat uit de voorgaande voorbeelden spreekt staan de Italiaanse, waaronder ook Nederlandse, voetbalmiljonairs. Die hebben dit weekend gestaakt. Ze vinden, dat niet zij, maar de clubs de solidariteitsheffing van 5% moeten betalen, die de Italiaanse regering opgelegd heeft . Als argument gebruiken de heren het feit dat zij met hun clubs afgesproken hebben, dat hun salarissen netto zijn. Totti bijvoorbeeld krijgt 8,6 miljoen euro per jaar en zou daarvan 430.000 euro moeten inleveren. Buffon ontvangt netto 10,5 miljoen en moet 525.000 inleveren. En van 8 respectievelijk 10 miljoen kunnen de heren vanzelfsprekend niet leven. Dus staken ze!

Voetballers realiseren zich maar zelden wie hun salaris eigenlijk betaalt. Dat zijn de mensen, die de stadions bevolken en de producten en diensten van de sponsoren afnemen. Dat zijn wij allemaal dus. In verhouding tot de prestatie die ze leveren zijn de salarissen van voetballers vergeleken met die van andere profsporters onevenredig hoog. Ze krijgen wat de gek ervoor geeft. Vrije markt. Het woord verdienen is al helemaal niet meer op zijn plaats. Misschien moeten we er ook maar niet meer zoveel aandacht aan schenken. Een kijkersstaking zou de heren wellicht met twee benen op aarde terug kunnen brengen. Hun gedrag doet vermoeden, dat ze nu op een andere planeet denken te leven.

Saturday 27 August 2011

Buurtterreur en spierballentaal

Burgemeester Hoes van Maastricht heeft geen rustige vakantie gehad. Hij is geschrokken. Burgers uit sommige wijken van zijn stad hebben hem bestookt met e -mailtjes, twitterberichten en mededelingen op facebook. De sociale media doen ook in Maastricht hun werk. Een uitkomst voor mensen die de straat niet meer opdurven. Zorg ervoor dat die man geen rustig moment heeft. Dat hebben wij toch ook niet meer. Dat moeten de zich onveilig voelende burgers gedacht hebben. En het heeft gewerkt. Pissig over een verpeste vakantie roept de burgemeester meteen op zijn eerste werkdag een crisisvergadering bijeen. Niks achterstallige post en stapels adviezen wegwerken. Meteen de koe bij de horens vatten. Of liever gezegd de ‘multiprobleemjongeren’, zoals de burgemeester vijftien raddraaiers, die met naam, toenaam, adres, telefoon- en sofinummer bij de instanties bekend zijn, betitelt. ‘De maat is vol’ en ‘stoppen met het praatcircus’ zegt de burgervader. Hij is bang dat mensen het vertrouwen in de instanties kwijt raken.

Het vertrouwen in hun medeburgers zijn de bewoners van Wittevrouwenveld, Wyckerpoort, Nazareth en Limmel al kwijt. Ze zien wat er om hen heen gebeurt, proberen dat te begrijpen en komen tot de slotsom, dat het onbegrijpelijk is, dat die vijftien ongestoord hun gang kunnen gaan. Ze worden onzeker, angstig, boos. Ze dienen klachten in en protesteren. Individueel en samen. Uiteindelijk zullen ze agressief worden en hun problemen zelf op gaan lossen. De ‘multiprobleemjongeren’ doen dat al. Die zijn onthecht, voelen geen binding meer met de samenleving, die hen geen perspectief meer biedt en kiezen voor zelfzuchtig en crimineel gedrag.

Voor de burgemeester van Maastricht kan het geen nieuws zijn, dat burgers het vertrouwen in de overheid en vooral in haar dienaren al langer aan het verliezen zijn of al verloren hebben. Als dat wel zo is, dan schrik ik daarvan. Overheidsdienaren zijn bevoorrechte mensen, die geen idee meer hebben van hoe gewone mensen leven. Ze zijn arrogant, betweterig, niet transparant, vullen hun zakken en communiceren slecht. Het zijn zo maar wat voorbeelden van wat er geroepen wordt. Grofweg zijn de burgers in drie groepen te verdelen. Mensen die de overheid vertrouwen, mensen die haar niet vertrouwen en mensen die niet weten of ze haar kunnen vertrouwen. Dat staat in een essay, dat Prof. Dr. Kees van den Bos ( Universiteit Utrecht ) in januari van dit jaar geschreven heeft voor en in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

De ‘multiprobleemjongeren’ vertrouwen de overheid niet. De protesterende burgers weten niet of ze de overheid kunnen vertrouwen. Burgemeester Hoes zal nu moeten bewijzen, dat de overheid betrouwbaar is. Hij heeft A geroepen en zal nu B moeten waarmaken wat hij aangekondigd heeft. Of die spierballentaal daarbij helpt zal moeten blijken. Ik zou liever wat krachtige woorden over de heer Zalm van ABN-AMRO gehoord hebben die, na eerst met onze belastingcenten overeind te zijn gehouden, nu weer een miljard winst maakt en prompt 2350 mensen de straat op zet. Daar zullen misschien wel weer wat toekomstige ‘multiprobleemjongeren’ bij zijn.

Thursday 25 August 2011

Pindarotsje brengt Franse Revolutie alsnog naar China

De Rousseaus waren altijd al ondernemende mensen. Isaac, de vader van Jean Jacques was een vermaard horlogemaker, die onder andere werkte voor de sultan van Constantinopel. Jean Jacques zelf was de uitvinder van ‘Laissez faire, laissez passer’ en een van de wegbereiders voor de Franse Revolutie, met als handelsmerk ‘ Liberté, Egalité et Fraternité‘.

In 1969, het jaar waarin de jonge kapitein Kaddafi in Libië een einde maakte aan de heerschappij van koning Idris, begon Nico Rousseau in de kelder van zijn huis aan De Baandert in Sittard pindarotsjes te maken, die door zijn vrouw Wies verkocht werden.

Pinda’s komen oorspronkelijk uit Zuid-Amerika en zijn door de Spanjaarden in de 16de eeuw over de wereld verspreid. In die tijd werd ook de eerste chocola op commerciële basis van Veracruz naar Sevilla vervoerd. Toen werd chocola nog enkel gedronken. De eerste eetbare chocola werd pas in de 19de eeuw in Engeland gemaakt. Wie het eerste pindarotsje gemaakt heeft is nog voorwerp van uitgebreid chocolade – onderzoek. In de wandelgangen klinkt de naam van Jimmy Carter.

En nu, in het jaar dat het Libische volk een einde maakt aan de heerschappij van Kaddafi, vinden de pindarotsjes van Rousseau hun weg naar China. De Nanpu Food Group ( 1991) en Goodwell China (1993), beide voedselconcerns, gaan de rotsjes
(花生岩) en ook de bonbons ( 棒棒) van Rousseau verkopen. Als de Chinezen hun tanden er niet stuk op bijten, wordt er op termijn een pindarotsjesfabriek in China gebouwd.

De omzet van het nu door Guido Rousseau geleide bedrijf stijgt daardoor maar liefst met 20%. Waar Kaddafi zijn Waterloo vindt, begint Rousseau aan zijn tweede jeugd. Via de pindarotsjes, die van Zuid – Amerika via Europa hun weg naar het verre oosten gevonden hebben, bereikt nu ook de Verlichting het land van terracottaleger en Chinese Muur.

In het Nationaal Museum van China, gelegen aan het Plein van de Hemelse Vrede,is sedert april van dit jaar de grote tentoonstelling ‘The art of the Enlightenment’ te zien. De Franse Revolutie hebben de Chinezen echter buiten de deur gehouden, hetgeen in Duitsland, dat de tentoonstelling helemaal betaald heeft, tot stevige discussies leidde. Waar op vele duizenden bezoekers per dag gerekend was, komen er slechts duizend per dag. Als de pindarotsjes en bonbons van Rousseau een succes worden komen ze in de loop van de komende jaren in miljoenen Chinese huishoudens terecht. Stel je eens voor, dat al die Chinezen verslingerd raken aan het pindarotsje en massaal de naam Rousseau beginnen te googelen. Dan komt de Franse Revolutie via het pindarotsje toch nog het land binnen en legt daar de kiem voor de Chinese Lente. Wie had dat durven dromen? Jimmy Carter vast niet.

Wednesday 24 August 2011

Dubbele moraal is geen moraal

Jaren geleden las ik de Lanny Budd cyclus van Upton Sinclair. Juan-les-Pins, de Franse Rivièra als centrum van de internationale wapenhandel. Handel, die gerust gezien kan worden als de grootste bedreiging van de wereldvrede. Zolang er wapens gebruikt worden zullen ze geproduceerd en – legaal of illegaal – verhandeld worden. Producenten en handelaren hebben belang bij gewapende conflicten. Ze kopen om, ze destabiliseren landen, ze zetten mensen tegen elkaar op, ze moorden. Met maar een doel: het vullen van hun eigen zakken. Tot op de dag van vandaag is er geen kruid tegen ze gewassen. Als er ooit een derde Wereldoorlog uitbreekt, dan zal die niet met atoomwapens uitgevochten worden. Dan is hij namelijk te snel voorbij en dat is niet in het belang van de wapenindustrie.

Europa, de Verenigde Staten en Rusland zijn nog steeds de voornaamste exportlanden als het om wapen(systemen) gaat. Gezamenlijk nemen ze 87% van de handel voor hun rekening. Deze democratieën hebben dus een Januskop.

De onopgeloste moord op Ilaria Alpi is maar één voorbeeld van de meedogenloze manier waarop wapenhandelaren hun zaken plegen te doen. De RAI – journaliste werd in maart 1994, samen met haar cameraman, in Mogadishu, de hoofdstad van Somalië in haar auto neergeschoten. Ze stond op het punt de Italiaanse betrokkenheid bij marteling, illegale wapenhandel en het eveneens illegaal storten van giftig afval te onthullen. De moord is nooit opgehelderd, want het onderzoek naar de achtergronden en de daders werd op alle mogelijke manieren gedwarsboomd. Een getuige van de martelingen uitgevoerd door Italiaanse militairen in Somalië werd in Italië gearresteerd en kreeg 26 jaar voor de moord op Alpi, terwijl hij ten tijde van die moord helemaal niet in Mogadishu was. En daarmee was de kous af. Sommige commentatoren trekken wat dat betreft vergelijkingen met de moord in 1963 op John F. Kennedy. De internationale wapenhandel had natuurlijk graag een Amerikaanse invasie van Cuba gezien, hetgeen zonder enige twijfel tot een derde Wereldoorlog geleid zou hebben. Lee Harvey Oswald werd het kind van de rekening.

Zo zijn het nog steeds en altijd weer de persoonlijke en zakelijke korte termijn belangen die de toestand in de wereld beslissend beïnvloeden. Gelukkig zijn vele mensen inmiddels zo mondig en kritisch, dat ze dit waarnemen en veroordelen. Met name politici zullen in toenemende mate op hun tellen moeten passen willen zij het vertrouwen van hun bevolkingen niet nog meer verliezen dan toch al het geval is. In Syrië kunnen we waarnemen, wat een dictator met wapens uit het westen zijn eigen bevolking aandoet . In Libië schiet Kaddafi nog steeds met wapens uit het westen op zijn eigen volk. Het wordt de allerhoogste tijd, dat wereldwijd de wapenhandel en de corruptie als voornaamste euvels gezien en aangepakt worden. Dat zal zeker en vast niet zonder slag of stoot gaan, want het geboefte is tot in de hoogste politieke en bestuurlijke echelons doorgedrongen en acht zichzelf , gespeend van elk moreel besef (als wij het niet doen, doet een ander het wel ), onaantastbaar.

Tuesday 23 August 2011

De schuld van de ooievaar

Tja, als de ooievaar Ospeldijk niet meer aandoet , dan moet de basisschool - na bijna zestig jaar - dicht. Met 36 kinderen doet de school dit schooljaar alles voor het laatst. Natuurlijk is ’t Kienhout niet de eerste basisschool die ophoudt te bestaan vanwege een tekort aan leerlingen. En het zal evenmin de laatste zijn.

Alleen voor Simpelveld is er nog hoop. Daar zijn afgelopen week tientallen ooievaars neergestreken. En het dorp krijgt binnenkort een nieuwe, jonge, burgemeester.

Het is de vooruitgang. Het is de globalisering. Alles moet groter. We moeten en zullen groeien. In navolging van de bedrijven moeten ook gemeenten, ziekenhuizen en scholen eraan geloven. Economy of scale. Het groeidenken heeft gezorgd voor een extra gaatje in ons hoofd. Uitgehold, zoals altijd maar doordruppelende druppels dat doen met de steen. Je bent een gevaarlijke, sentimentele, nostalgische romanticus als je op de rem trapt in de vaart der volkeren. Is het echt zo, dat groter per definitie beter is? Is het echt zo, dat groter per definitie goedkoper is? Is het echt zo, dat wat voor bedrijven geldt ook geldt voor de overheid, het onderwijs en de zorg? Heeft de grootheidswaanzin ons zo vast in zijn greep, dat twijfelen niet meer mag?

Alle beweging is niet meer dan het verstoren en weer hervinden van evenwicht. Wordt het evenwicht niet hervonden, dan volgt onvermijdelijk de val. Om vooruit te gaan is het verstoren van de evenwichtstoestand dus noodzakelijk. Om te voorkomen dat we vallen is het herstellen van die evenwichtstoestand even noodzakelijk. Economy of balance.

Daar waar wij voor de ooievaar het natuurlijk evenwicht verstoord hadden met nieuwe landbouwmethoden en door industrialisatie, waardoor hij dreigde te vallen, proberen wij met herintroductieprogramma’s het evenwicht te herstellen, zodat de vogel nu weer broedt in ons land, evenals in Zweden en Zwitserland.

In de hoorn van Afrika sterven nu heel veel kinderen van de honger. Hier sluiten we de scholen, omdat we te weinig kinderen hebben. En teveel voedsel. Verstoord evenwicht. Misschien biedt een introductieprogramma voor Afrikaanse kinderen de mogelijkheid het evenwicht te herstellen. Hier slopen we niet alleen scholen, maar ook huizen , terwijl er daar een groot tekort aan is. Verlos de ooievaar van zijn schuld! Laat de kinderen tot ons komen. Past prima in onze joods-christelijke traditie.

Monday 22 August 2011

Hazare, de nieuwe Gandhi

India heeft een nieuwe Gandhi. Zijn naam is Hazare. Hij zet de elfde economie van de wereld ( die binnen twintig jaar op de derde plaats zal staan) in vuur en vlam met zijn - op geweldloos verzet steunende - campagne tegen corruptie. Zelf noemt hij het India’s tweede vrijheidsstrijd. Sinds afgelopen donderdag is hij in hongerstaking. Niet voor het eerst. Eerder deed hij het al vier dagen en wist de regering te dwingen om te komen met een wetsvoorstel gericht op het aanpakken van de corruptie, die het land miljarden kost. Dat wetsvoorstel ging hem echter niet ver genoeg. En dus kwam er een nieuwe hongerstaking. Eerst werd hij nog opgepakt door de politie en in de gevangenis gestopt. Dat leidde tot een storm van protesten. De autoriteiten moesten hem vrijlaten. Hij weigerde echter de gevangenis te verlaten als hij geen toestemming voor zijn hongerstaking in het Jai Prakash Narain Memorial Park zou krijgen. Prachtig, hoe één man honderdduizenden mensen weet te motiveren en op de been te krijgen. Prachtig, dat er nog iets is, dat de moeite van een hongerstaking waard is.

In India is in de afgelopen jaren, door het economische succes, een nieuwe middenklasse ontstaan. Dat is de groep, die het nu voor Hazare op neemt. Velen van hen hebben in het buitenland gestudeerd. Daar hebben ze kennis gemaakt met gemaakt met het gegeven, dat mensen op basis van hun verdiensten boven kunnen komen drijven en dat het dus kennelijk niet nodig is om in achterwerken te kruipen , ellebogen hun werk ten koste van anderen te laten doen of lid te zijn van de goede partij. Ze hebben er ook kennis gemaakt met ‘the rule of law’. De wet is voor iedereen gelijk. Het bewijst maar weer eens hoe belangrijk het is om onze onderwijsfaciliteiten open te houden voor studenten uit landen, die nog niet zover zijn als wij pretenderen te zijn. Onlangs zag ik nog hoe weinig de Duitse IND daarvan begrijpt. Begrijpen wij het in Nederland?

Het voorbeeld India laat weer eens duidelijk zien wat de goede volgorde is. Eten, opleiding, werk, inkomen, mensenrechten, democratie. In de praktijk blijken heel veel mensen bereid dictatoriale of zelfs totalitaire regimes te accepteren, als die ervoor zorgen, dat ze te eten hebben. Verzet is in eerste aanleg veelal een zaak van een kleine minderheid intellectuelen. Naarmate meer mensen zich met een gevulde maag verder kunnen ontwikkelen komt er vanzelf aandacht voor andere zaken en uiteindelijk ook een einde aan die regimes. We kunnen de democratie daarom geen betere dienst bewijzen, dan door bij te dragen aan een rechtvaardige verdeling van het voedsel en de kennis over de aarde. Het alternatief is de deuren en ramen dicht te gooien en te kiezen voor de vlucht in kleinburgerlijk isolationisme.

Friday 19 August 2011

Blond en bang

De Finnen hebben de Grieken en de rest van de EU in de luren gelegd. De Jager is boos, Plasterk is boos en Wilders is ook boos. Eigenlijk is heel Europa, met uitzondering van Finland, boos.

Het probleem van Nederland is, dat wij geen minister van financiën hebben die vrouw is en ook nog blond. Die hebben de Finnen wel. Jutta Urpilainen, een 36-jarige voormalige lerares. Ik heb een iets oudere blonde vriendin, die een huis in Griekenland heeft. Van haar weet ik hoe de Griekse mannen zich verhouden tot blonde vrouwen. Laat ik me maar voorzichtig uitdrukken: ze hebben er een zwak voor. Voor Jutta was het dus een fluitje van een cent om de Grieken in te pakken. De uitkomst van die actie is, dat de Finnen wel bijdragen aan de reddingsoperatie van de EU voor Griekenland en ook weer niet. Budgettair neutraal helpen heet dat. Jutta vroeg en kreeg een onderpand voor de Finse bijdrage aan die operatie. Dat onderpand is geld. De Grieken hebben zelf geen geld. Dus geven ze nu een deel van het geld, dat ze van andere EU - lidstaten krijgen als onderpand aan Finland. Daar is Geert Wilders jaloers op. Hij betreurt nu heel even dat hij geen vrouw en niet minister van financiën is.

Wat in Nederland de PVV is, is in Finland Perussuomalaiset, de partij van de Ware Finnen. De Finse Geert Wilders heet Timo Soini. Ook hij heeft bij de laatste verkiezingen flink gewonnen, maar zit niet in de regering, terwijl hij die toch in zijn greep houdt. Soini zit ook in het Europees Parlement. Hij werd in 2009 gekozen met het hoogste aantal persoonlijke stemmen van alle euro - parlementariërs. Soini heeft echter helemaal niets met Europa. Hij is een exponent van de moderne trend, nationalistisch en populistisch.

Jutta Urpilainen slaat twee vliegen in een klap. Ze neemt enerzijds Soini de wind uit de zeilen en anderzijds blijft ze binnen de Finse politieke traditie van neutraliteit en ongebondenheid. De Finnen zijn de Koude Oorlog nog niet ontgroeid. Ze zijn bang voor de Russen. En daarom ook nog steeds geen lid van de NAVO. Maar wel sedert 1995 van de EU. Dat hebben ze te danken aan de voormalige sociaal - democratische premier Lipponen. De sociaal - democraten regeren ook nu mee in Finland, maar ze zijn bang voor Soini en zijn Ware Finnen. En misschien zijn ze inmiddels ook bang voor een Finse variant van Anders Behring Breivik.

De bange, blonde Finse minister is erin geslaagd Europa in rep en roer te brengen. Daarbij heeft ze handig gebruik gemaakt van punt 9 in de ‘verklaring van de staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone en de EU – instellingen’ van 21 juli 2011. Daarin staat : “Waar van toepassing, zal er een financiële zekerheidsovereenkomst tot stand worden gebracht, zodat voor de lidstaten van de eurozone het risico dat voortvloeit uit hun EFSF (European Financial Stability Facility ) – waarborgen wordt afgedekt.”

Er is nog hoop. De kerstman (Joulupukki) woont in Finland. Als wij hem laten weten, dat we dit jaar allemaal afzien van ons kerstcadeau en dat hij dat aan Jutta Urpilainen mag geven, is die misschien bereid af te zien van het cadeau dat ze de Grieken heeft weten te ontfutselen

Thursday 18 August 2011

De goede weg?

Merkel en Sarkozy zijn , niet con amore maar noodgedwongen, de goede weg ingeslagen. De weg naar een Europese regering. De regeringsleiders van de lidstaten gaan, onder voorzitterschap van Van Rompuy, het economisch en monetair beleid van de lidstaten stroomlijnen en bewaken. Rutte stribbelt nog een beetje tegen en bazelt nog iets over soevereiniteit. Hij zendt helaas nog steeds de verkeerde boodschap uit.

Toch zijn er ook kritische kanttekeningen te maken bij het plan van de Duitsers en de Fransen. We hebben al de Europese Raad. De voorgestelde nieuwe economische regering kent dezelfde samenstelling. Het zou eenvoudiger zijn die Raad meer bevoegdheden te geven. We moeten ervoor waken door de bomen het zicht op het Europese bos te verliezen. Het probleem is verder, dat de Raad niet gecontroleerd wordt door het gekozen Europese Parlement. Dat parlement controleert de Europese Commissie. Eigenlijk is die commissie de Europese regering. Vanwege het nog steeds overheersende nationale soevereiniteitsdenken willen de lidstaten de Europese Commissie echter niet de status en de bevoegdheden geven, die ze zou moeten hebben. Het wordt daardoor allemaal nodeloos ingewikkeld en ondoorzichtig. Moeilijk te volgen voor de Europese burger. Het einddoel moet toch gewoon een Europese regering met een Europese president zijn, die door het Europees Parlement gecontroleerd worden. Kennelijk is dat voor politici met koudwatervrees nu nog een brug te ver.

In Europa kennen we ook al vier financiële toezichthouders. Daarvan zijn er drie in januari van dit jaar opgericht. Het betreft de Europese Bankautoriteit, de autoriteit voor effecten en markten en de autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen. Daarnaast vervangt de raad voor systeemrisico’s sinds januari 2011 de voormalige toezichthoudende comités . Ook hier dreigt het risico van nodeloze complexiteit en ondoorzichtigheid. Hoe gaan die toezichthouders zich verhouden tot de nieuwe economische regering ? Er is behoefte aan minder en duidelijk in plaats van meer en verwarrend.

Als we een goed functionerende Europese binnenmarkt willen met echt vrij verkeer van personen en goederen, dan valt er niet te ontkomen aan een stroomlijning van de fiscale en sociale richtlijnen van de lidstaten. Dan moeten voor elke burger van Europa in elk land uiteindelijk dezelfde regelingen van toepassing zijn. De goede weg zal naar alle waarschijnlijkheid nog een lange weg zijn. Om het doel te bereiken is er behoefte aan eensgezindheid en een duidelijke koers. Aan politieke leiders met visie, lef en overtuigingskracht, die verantwoordelijkheid durven te nemen.

De voorgestelde nieuwe economische en monetaire Europese regering is qua denkrichting een stap op de goede weg. De uitwerking , zoals die nu gepresenteerd wordt, is daarentegen eerder halfslachtig en aarzelend. We willen wel en eigenlijk willen we ook weer niet. Die dubbele moraal zal ons uiteindelijk niet brengen, waar we moeten komen.

Wednesday 17 August 2011

De Turk

Terwijl de politici in Nederland het druk hebben met het kapittelen van Rutte en De Jager, vieren onze Turks Nederlandse medeburgers feest. Ze hoeven, althans volgens de tendentieuze koppen in de krant van vandaag, niet op cursus en niet in te burgeren. De rechterlijke macht zal wel weer een veeg uit de PVV - pan krijgen. Onze regering vraagt zich al sinds 2007 af hoe ze onder de in 1963 gesloten associatieovereenkomst tussen Turkije en de EG uit kan komen. Turkije zoekt al vanaf 1959 toenadering tot Europa. Sinds het laatste officiële verzoek tot de Eu toe te mogen treden, wordt het land nu al 12 jaar aan het lijntje gehouden door met name Frankrijk, Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Grieks - Cyprus. Ik beschouw het niet toelaten van Turkije al enige tijd als een van de grootste blunders van de EU.

De Turk wordt kennelijk nog steeds gezien door de bril van Erasmus en Luther. Barbaren en duivels van duistere herkomst. En dat terwijl de sultan van het Ottomaanse Rijk al tijdens de Beeldenstorm van 1566 zijn financiële en politieke steun betuigd heeft aan de opstand van de Calvinisten, die toen druk bezig waren met het vernielen van de katholieke kerken, als eerste de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden erkende en daarna een belangrijke partner werd. Dat rekenen de katholieken de Turken nog steeds aan en misschien noemt Geert Wilders , weliswaar inmiddels agnost, moskeeën daarom wel ‘haatpaleizen’. Maar wat zou het. We leren toch weinig van de geschiedenis.

Onze politici leren ook weinig van de opvoedkunde. Als ze dat wel deden, zouden ze weten dat belonen effectiever is dan straffen. Zo wordt de hond geconditioneerd in de puppycursus . En bij mensen werkt het ook. Wie wil dat ze zich goed gedragen, moet het goede gedrag belonen en het verkeerde niet al teveel aandacht geven. Met blijvend respect voor de persoon, gaat het daarbij steeds om het vertoonde gedrag. Verboden , verplichtingen en sancties helpen niet. Stimulering en beloning wel. Laat ‘best practices’ zien ( die zijn er in overvloed ) en neem maatregelen, die stimuleren tot navolging daarvan. Bied mogelijkheden en beloon degenen, die er gebruik van maken. Een integratiebeleid, dat gebaseerd is op verboden ( om te werken ) en verplichtingen ( om een inburgeringscursus te volgen ) is gedoemd te mislukken, omdat het verzet oproept. Ik zou wel eens willen zien hoe politici zouden reageren als ze verplicht werden een cursus mondiaal burgerschap te volgen op straffe van een verbod verkiesbaar te zijn.

Tuesday 16 August 2011

Denken over democratie

Het grootste nadeel van democratie is misschien wel dat ze veel tijd kost. In Nederland kost het aanleggen van een kilometer weg ongeveer 25 jaar. Eindeloos overleg. Tientallen procedures. Niet de politiek, maar de (administratieve) rechters beslissen uiteindelijk.

De huidige crisis maakt duidelijk dat , naast de rechterlijke macht, ook de economie het van de politiek gewonnen heeft. De markten zijn de jagers. De politiek is opgejaagd wild. De politiek heeft veel schulden gemaakt, de meeste staten leven op de pof en zijn daardoor overgeleverd aan de financiële markten.

Wat mij betreft is de huidige democratie niet het eindpunt van de staatkundige ontwikkeling. Er is ruimte voor verbetering. De Chinezen zien de huidige crisis vooral als een ideologische rechtvaardiging. Hun gestuurde economie doet het beter dan de westerse. De politiek heeft in China nog de leiding. Daarenboven is die leiding in staat om slagvaardig te besluiten en te doen wat, in het landsbelang, nodig is. Misschien kunnen we daar nog iets van leren?

Wij hebben in het westen een fatale denkfout gemaakt. Wij hebben , bij gebrek aan andere idealen, de democratie zelf tot ideologie verheven en menen die te moeten exporteren. Wij denken dat landen, die wij ontwikkelingslanden noemen, zich slechtst kunnen ontwikkelen als het democratieën zijn. Het is vooral de politiek, die deze denkfout maakt. De markten weten wel beter.

Dat leidt tot een paradox. Terwijl de economie in het westen leidend is , leggen onze politici wel de democratie als voorwaarde voor steun op aan ontwikkelingslanden. Daar zijn we dan ook nog selectief in. Dat brengt de geloofwaardigheid in gevaar. Want waarom grijpen wij wel in Libië in en niet in Syrië? Waarom zijn we blij met de Arabische lente als tegelijkertijd de software van de Duitse Gammagroup ( Finfisher) het totalitaire regimes mogelijk maakt de gangen van hun oppositie tot in detail na te gaan. Met name liberale politici hebben Europese wetgeving op dat punt tegengehouden. Zij leveren ons met huid en haar uit aan de markten. De economische belangen prevaleren in de praktijk van alle dag boven de idealen. Het cynisme van deze gang van zaken culmineert in het starten van een actie ten behoeve van de hongersnood in hoorn van Afrika met een slag op de gong van de Amsterdamse beurs, waar de handelaren de voedselprijzen willens en wetens opdrijven. Het lot van de mensen in de hoorn is voor de financiële markten van ondergeschikt belang.

Naast het winnen van tijd is het daarom ook nodig om de idealen weer leidend te maken. Economische groei dient niet langer heilig te zijn, maar eerlijk delen komt voorop te staan als leidend beginsel. En dat betekent, dat wij in het westen door de zure appel heen zullen moeten bijten. Wij moeten de tering naar de nering zetten. We zullen onze schulden moeten afbetalen en tegelijkertijd eerlijker moeten delen. Dubbele pijn dus. De ironie is, dat de markten ons vandaag de dag die kant op dwingen. Ik kan alleen maar hopen, dat zij zodoende hun eigen graf graven en de politici, met hervonden idealen, weer de leiding overnemen.

Monday 15 August 2011

Europa is een geopolitieke dwerg

De Zwitserse vermogensbeheerder Lombard Odier is van mening, dat de opkomende economieën een hogere kredietrating verdienen dan ze van (westerse) kredietbeoordelaars krijgen. Ze staan er immers beter voor dan de ‘ontwikkelde’ landen.
De grootste bedreiging voor het westen is niet het oosten, maar de eigen arrogantie.
Al geruime tijd staan in de marge van ‘gedachten en overpeinzingen’ een aantal links naar interviews met Kishore Mahbubani. In 2009 schreef ik hier, dat zijn ‘The new Asian Hemisphere, the irresistible shift of global power to the east’( Perseus Books Group, 2008), het lezen meer dan waard was. Ik maakte er een Powerpoint presentatie over, die ik voordroeg aan mijn Rotary club. Ik kreeg niet de indruk dat mijn medeleden onder de indruk waren. Dat kan natuurlijk aan mijn presentatie gelegen hebben. Misschien dachten ze ook wel, dat het zo’n vaart niet zou lopen. Ergens in mijn bestanden vond ik nog een artikel uit 2008 van de hand van Mahbubani. Merkel en Sarkozy hadden net gedreigd met een boycot van de Olympische Spelen in China.

Europe is a geopolitical dwarf

By Kishore Mahbubani

The paradox about the European Union's position in the world is that it is both a giant and a dwarf. It stands tall as a giant because it has reached one of the peaks of human civilisation - the achievement of zero prospect of war among European states - and also because of its enormously successful regional co-operation. The world can and does learn lessons from Europe's success after the second world war.

Yet, even though it has an economy comparable with America's, it stands as a political dwarf in responding to the rapidly changing geopolitical environment. The combination of slavishly following the US lead (with the possible exception of the invasion of Iraq), its reluctance to contemplate badly needed strategic initiatives (as in the Middle East) or provide real political leadership to complete the Doha round of global trade talks and other such failures have led to the steady shrinking of Europe's footprint on the world stage.

Another paradox about the EU is how the citizens live in a bubble of security while feeling each day a rising level of psychological insecurity about their future. Millions try to enter the EU, legally and illegally, because they want to partake of the good life that the EU has created for its citizens. If John Rawls, the philosopher, were alive today, he would probably classify several European societies as the most just societies under the criteria spelt out in his famous The Theory of Justice. The world sees the EU as a haven of peace and prosperity. Yes, as I told Gideon Rachman, the Financial Times columnist, life is sweet in Europe.

But the rising tide of insecurity in European hearts and minds also means that Europe cannot continue to be a giant Switzerland, which Mr Rachman suggested in his column this week it has become. The Swiss can feel secure because they are surrounded by Europe. The Europeans can only feel insecure because they are surrounded by an arc of instability, from north Africa to the Middle East, from the Balkans to the Caucasus. To make matters worse, the age-old Christian obsession with the threat of Islam has become far more acute, with Islamophobia rising to new heights in European cultures.

Given Europe's ability to dominate the world for almost 500 years, it is remarkable how poorly it is responding to new geopolitical challenges. The paucity of European strategic thinking is stunning. Most European geopolitical gurus believe that the EU can survive well as a free-rider on US power, counting on it to keep the world safe while Europe tends to its internal gardens. Mr Rachman is right when he says that most Europeans want to keep their heads down. However, he is wrong when he says that Europe's passivity may be neither illogical nor immoral.

One simple unpalatable truth that many Europeans refuse to confront is that, in the short run, free-riding on US power can significantly diminish European security. The one-sided US policy on the Israel-Palestine issue, coupled with the botched invasion and occupation of Iraq, has angered 1.2bn Muslims. But while America is protected by the vast Atlantic ocean, Europe feels this Islamic anger directly because of its geographical proximity to the Middle East and its large domestic Islamic populations. Pure common sense would suggest that Europe should reconsider the strategic costs of only playing Tonto to the American Lone Ranger.

Does the EU have other strategic options? Of course it does. Asia provided one when it offered the union an Asia-Europe meeting (Asem), which could have created a stable triangular balance of power between the US, EU and east Asia. If all three legs of Asem were equally strong, each power could use the triangle for geopolitical leverage. The missing Asia-Europe link gives the US obvious bargaining leverage.
Initially, the EU reacted enthusiastically to Asem in the mid-1990s. I know. I was there. However, when the Asian financial crisis came along, the EU abandoned Asia in its hour of need, leaving behind a bitter residue of distrust, and demonstrated that it was a fair-weather friend. Given Asia's quick rebound and the abundant evidence that this will be Asia's century, this European decision will go down as one of its stupidest strategic decisions.

To make matters worse, Europe has forgotten the lessons of Machiavelli (a child of the Italian Renaissance) and is only pursuing ostensibly "moral" policies in Asia. It tries to impose human rights conditions before agreeing to co-operate with the world's largest democracy, India, thereby incurring Indian umbrage. Its relations with the Association of South East Asian Nations, the crucial diplomatic forum in Asia, is distorted by the single lens of Burma, ignoring the 450m south-east Asians living outside the country. Most recently Angela Merkel, the German chancellor, and Nicolas Sarkozy, the French president, once again demonstrated Europe's tendency to shoot itself strategically in the foot by signalling that they may boycott the Olympics. In short, whenever the EU gets a chance, it slaps Asia in the face.

The real irony here is that Asia is doing much more to enhance long-term European security than America is. The Asian march to modernity, which began in Japan and is now sweeping through China and India, is poised to enter the Islamic world in west Asia. When this march enters the Islamic world, Europe will be surrounded by modern, middle-class Muslim states.

Hence, Europe should encourage Muslims to look at China, India and Asean as their new development models. The success of the Beijing Olympics could help to ignite new dreams of modernisation among disaffected Islamic youth, who will ask why their societies cannot prosper like China. In short, if Mrs Merkel and Mr Sarkozy could think strategically and long-term, they should enthusiastically participate in and cheer the success of the Olympics. When the Islamic world is finally modernised, Europe can go back to being a giant Switzerland again.

The writer is dean of the Lee Kuan Yew School of Public Policy at the National University of Singapore. His new book, the New Asian Hemisphere, develops the themes of this article.

Friday 12 August 2011

Denken over leiderschap en democratie

Wij geven onze politici niet de ruimte om leiderschap te tonen. Dat is de boodschap van drie hoogleraren ( Andeweg , Thomassen en Te Velde ) in de krant van vandaag. Ik zat er helemaal naast gisteren. Ik verweet onze politici een gebrek aan leiderschap. Maar ik ben hypocriet. Ik wilde democratie en democratie maakt krachtig leiderschap nu eenmaal onmogelijk. Kortom, het is mijn eigen schuld.

Even moet ik denken aan de tijd, dat ik steeds grappend ‘verlicht despotisme’ antwoordde op de vraag: Wat vindt jij het beste systeem?

Politiek leiderschap kan in een democratie niet los gezien worden van de bevolking, betogen de heren. Een leider kan in een democratie niet op eigen houtje zeggen welke kant we op moeten. Hij moet draagvlak hebben. Stom, dat ik dat over het hoofd gezien heb.

Ik zag leiders vooral als mensen met een (toekomst)visie. Ik zag politieke leiders als mensen die draagvlak onder de bevolking konden creëren, die met argumenten wisten te overtuigen. Ik heb het mis. Leiders zijn mensen, die hun oren laten hangen naar de onderbuikgevoelens van de bevolking. Leiders zijn mensen, die doen of laten wat de bevolking wel of niet wil. Leiders zijn in een democratie niet meer dan de vertolkers van de volkswil. Wilders, bijvoorbeeld, heeft geen visie. Hij zegt slechts wat velen denken en verkrijgt zo draagvlak en stemmen. Leiders kunnen ook in het geheel geen invloed uitoefenen op wat de bevolking denkt. In een democratie zijn leiders in feite volgers.

De Benelux, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS), de Europese Economische Gemeenschap (EEG), de Europese Gemeenschap (EG) en uiteindelijk de Europese Unie (EU) zijn er allemaal gekomen omdat wij, de volkeren, dat gewild hebben. Niemand heeft ons ervan hoeven te overtuigen, dat dit de goede koers was. Mannen als Robert Schuman, Jean Monnet (“Wij brengen mensen samen, geen landen”), Winston Churchill ("Er bestaat een middel waarmee...heel Europa binnen enkele jaren…vrij en gelukkig kan zijn…. Het bestaat erin de Europese familie, of zoveel ervan als mogelijk, te herscheppen en een structuur te geven waarin zij in vrede, veiligheid en vrijheid kan wonen. We moeten een soort Verenigde Staten van Europa bouwen."), Alcide de Gasperi, Konrad Adenauer, Charles de Gaulle, Paul-Henri Spaak, Altiero Spinelli en Walter Hallstein waren niet meer dan marionetten aan de touwtjes van hunrespectievelijke volkeren.

Flauwekul natuurlijk. Thomassen heeft wel gelijk als hij stelt, dat het vertouwen in de politiek niet afneemt door een gebrek aan leiderschap, maar dat er een gebrek aan leiderschap is door de angst om het vertrouwen te verliezen ( en dus is er wel degelijk een gebrek aan leiderschap!). Die angst hadden en hebben echte politieke leiders niet. Zij durven onzekere kiezers een weg te wijzen. In Nederland durft, met uitzondering van Wilders, niemand dat nog. En Wilders wijst ons de verkeerde weg. Maar omdat hij de enige is, volgen velen hem bij gebrek aan een richtinggevend alternatief.

Thursday 11 August 2011

Koekje van eigen deeg

Al eeuwenlang worden wij door onze leiders opgevoed om goede kapitalisten te zijn. Wij hebben geleerd te geloven, dat – ondanks de Club van Rome – economische groei onze enige redding is. Wij hebben geleerd, dat het goed is om onze spaarcentjes naar de bank te brengen. Wij geloven onze leiders als zij ons vertellen, dat die centjes daar veilig zijn en dat zij die garanderen. Wij rennen daarom in tijden van crisis, zoals nu, niet allemaal tegelijk naar de bank om ze terug te halen. Wij hebben geleerd te geloven, dat de torenhoge schulden van de overheid niet zo erg zijn. Door de groei komt het allemaal wel weer goed. Onze leiders vertellen ons ook dat we onze kinderen goed moeten opvoeden, zodat ze niet relschoppend en plunderend over straat rennen. Brave en gehoorzame kapitalisten zijn we geworden.

Onze leiders hebben ons niet opgevoed tot Europeanen. Zij hebben ons niet verteld, dat wij in de eurozone tot elkaar veroordeeld zijn. Dat wij het ons niet kunnen veroorloven een van de sterkere eurolanden om te laten vallen. Zij hebben ons er niet van weten te doordringen, dat de juist de gemeenschappelijke markt en de sterke euro in de voorbije jaren gezorgd hebben voor meer welvaart. Ze zeggen ons niet dat,als we terugkeren naar de gulden, het moeilijker zal worden om onze spullen naar het buitenland te verkopen. Nee, ze zeggen ons, dat wij een sterk land zijn, dat zijn zaakjes goed op orde heeft. Ze maken ons bang voor al die prutsers, die zogenaamd onze welvaart bedreigen. In plaats van ons op te voeden tot Europeanen, wakkeren ze onze nationale gevoelens en het daarmee verbonden anti -Europa denken aan. Onze leiders hebben ons wijsgemaakt, dat een economisch - monetaire unie wel voldoende zou zijn en dat het niet nodig is ook een politieke unie te vormen. Dat had immers betekend, dat onze leiders bevoegdheden hadden moeten afstaan aan die unie. Onze leiders zijn liever populair dan sturend. Het zijn dus slechte opvoeders, die elk recht verspeeld hebben hedendaagse ouders aan te spreken op de opvoeding van hun kinderen.

En nu krijgen onze leiders dus een koekje van eigen deeg. Nu is die unie politiek zo zwak, dat ze de crisis niet op kan lossen. Nu durven onze leiders geen bevoegdheden meer af te staan, omdat ze vrezen dat wij dat niet goed vinden en niet meer op hen zullen stemmen. Ze proberen op populistische wijze een paar belastingcenten te besparen en daarmee alle voordelen van de unie op het spel te zetten. Hun eigen hachje is nu eenmaal belangrijker dan onze toekomst, de toekomst van Europa. Europa interesseert ze eigenlijk helemaal niets. Ze hebben het altijd gezien als een noodzakelijk kwaad en ons dat ook zo leren zien. Onze leiders zijn niet bij machte leiding te geven.
De kredietbeoordelaars zijn in het leiderschapsvacuüm gesprongen.

Tuig van de richel

De mensen die Engeland op stelten zetten werden gisteren door een enkeling weer eens snel en gemakkelijk geëtiketteerd als tuig van de richel. Stop ze in een hokje, plak er een etiket op en verder nadenken is overbodig.

Het woord tuig heeft meerdere betekenissen. Het kan een gereedschap of uitrusting aanduiden, zoals in werktuig, vaartuig, voertuig, vliegtuig of zintuig. Schepen worden ook opgetuigd, voorzien van tuigage. Mensen of dieren daarentegen worden afgetuigd. Tuig kan ook wordt ook gebruikt in de betekenis van toom. Een riemenstel om mens of dier in het gareel te houden. En tenslotte betekent tuig ook wel schorem, gemeen volk, waarbij ‘gemeen’ vele betekenissen hebben kan. Alfabetisch variërend van achterbaks tot vunzig met daartussen gewoon.

Ook richel heeft een aantal betekenissen. De Richel is bijvoorbeeld de naam van een zandplaat in de Waddenzee ongeveer een kilometer ten oosten van de noordelijkste punt van Vlieland. In de samenstelling tuig of vee van de richel hebben we te maken met een troep deugnieten, gespuis. Onder de richel moet men hier verstaan ‘een smal bankje in den engelenbak van den vroegeren Amsterdamschen schouwburg achter tegen den schuinen want van de kap aangebracht. Men kon daar zoowat zitten, maar niets zien van 't geen op het tooneel gebeurde; daarom moesten zij, die daar plaatsen hadden, gedurende de voorstelling staan, of leunen op de ruggen van de menschen, vóór hen. Naar dat publiek wordt thans nog het minste soort menschen ‘'t vee van de richel’ genoemd ( bron: F.A. Stoett, Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden. W.J. Thieme & Cie, Zutphen 1923-1925 (vierde druk).

Bij tuig van de richel gaat het derhalve om een groep (een soort) mensen, die zich in de schouwburg ( op het wereldtoneel ) bevinden, maar niets kunnen zien van wat zich daar afspeelt. Willen ze daarvan toch een glimp opvangen, dan moeten ze dat over de ruggen van anderen doen. Die vinden dat niet leuk. Immers ,“de wereld is een schouwtoneel. Elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel,” zei Joost van den Vondel.

Er zijn kennelijk mensen, die van mening zijn dat er soorten mensen zijn. In de betekenis van ras, kan ik me daar nog iets bij voorstellen. Wie geen rol speelt , zijn deel niet ontvangt en uiteindelijk besluit om dat dan maar over de rug van anderen te veranderen is echter geen ander soort mens. Zij zijn evenzeer mensen als degenen die een grote rol (menen te ) spelen en over de rug van anderen meer dan hun deel krijgen. Bijvoorbeeld de speculanten wier rekening wij met zijn allen op dit moment aan het betalen zijn, waardoor er steeds meer tuig van de richel, in de traditionele betekenis, bij zal komen.

Tientallen jaren wordt het tuig van de richel weggestopt in verpauperende wijken, waarin niet geïnvesteerd wordt. Heeft het geen mogelijkheden voor een behoorlijke opleiding. Heeft het geen kans op werk en een inkomen. Het heeft kortom geen uitzicht op een toekomst. En hun kinderen evenmin.
Misschien is het tijd om de betekenis van ‘tuig van de richel’ opnieuw te definiëren. Als we dat begrip al willen hanteren, dan stel ik voor het voortaan te gebruiken voor die (groep van ) mensen die andere mensen aan hun lot over laat, zich niet om hen bekommert en zich over hun ruggen een disproportioneel deel van het schouwtoneel toe eigent.

Tuesday 9 August 2011

Henk, Ingrid en de politiek

Onlusten in Londen en Birmingham. 300.000 ontevreden mensen op straat in Israël. De beurzen kraken. Raar, want de economie draait best redelijk en de werkeloosheid daalt. Verschillende werelden.
De onzekerheid, de angst, het gevoel onrechtvaardig behandeld te worden, de vermeende dreiging van al die buitenlanders, vooral moslims, hebben zich meester gemaakt van Henk en Ingrid. Ze zijn boos. Ze radicaliseren. Eerst nog in het café, maar nu gaan ze ook de straat op. De belangen van de wereld van Henk en Ingrid en die van de politici lopen niet langer parallel. De kloof tussen Henk , Ingrid en de rest van het land wordt al maar groter. Wie doet er nog wat voor ze? De politiek? Politici zijn alleen maar bezig met de volgende verkiezingen. Ze geven geen leiding aan het land, laat staan aan Europa of de wereld, maar proberen alleen nog hun eigen achterban tevreden te stellen en hun tegenstanders overal de schuld van te geven. Ze bemoeien zich met het rookgedrag van Henk en het gewicht van Ingrid. De democratie gaat langzaam failliet en de politici zijn op vakantie. Henk en Ingrid solliciteren zich suf, maar vinden geen werk. Ze zijn te duur. De grote bedrijven moeten hun aandeelhouders tevreden houden en zoveel mogelijk winst maken. Henk en Ingrid zijn een kostenpost, waarin gesneden kan worden. De banken zijn ook grote werkgevers. Die hebben de spaarcenten van Henk en Ingrid uitgeleend aan de politici en de andere grote bedrijven en zijn nu bang, dat ze die niet meer terug krijgen. Dus verhogen ze de rente . Dan moet de bank van de politici, de Europese Centrale Bank, met het geld van Henk en Ingrid de schulden die de politici gemaakt hebben kopen om de rente weer te laten dalen. En van de belastingcenten van Henk en Ingrid moeten ook nog eens de gewone banken overeind gehouden worden. Die dalende rente vinden de pensioenfondsen op hun beurt weer niet leuk, want die hebben graag een hoge rente voor hun dekkingsgraad. Anders kunnen ze het pensioen van Henk en Ingrid straks niet betalen. Omdat de politici toch schulden blijven maken moeten Henk en Ingrid langer werken. Maar ze hebben helemaal geen werk. De politici en de banken vinden het protest van Henk en Ingrid crimineel. Er zijn steeds meer politiemensen nodig om de zaak in de hand te houden. Die kosten ook weer veel geld, waardoor de uitkeringen van Henk en Ingrid onder druk komen te staan. Niet de problemen in de wereld of die van Henk en Ingrid, maar de boosheid en de radicalisering van Henk en Ingrid nopen de politici om hun vakantie te onderbreken. Ze moeten weer terug in hun hok en vooral hun mond houden, zodat het grote spel gespeeld kan blijven worden. Want Henk en Ingrid beseffen natuurlijk niet, dat dat in hun belang is.

Monday 8 August 2011

Helaas geen zwarte maandag

Het lijkt erop, dat de maandag niet zo zwart wordt als door velen verwacht dan wel gevreesd.
30% van de Nederlanders denkt dat het uiteindelijk wel mee zal vallen met die crisis. De Europese Centrale Bank koopt nu de staatsobligaties van Italië en Spanje op, waardoor de rentelast voor die landen daalt. De Chinezen zijn boos over het politiek gekrakeel in Amerika en de politieke onmacht van Europa. Talrijke hooggeleerde ,meestal, heren laten hun wijze licht schijnen en halen hun gelijk. En allemaal draaien ze in hetzelfde malle molentje mee. Hoe krijgen we rust in de tent? Dat is de grote vraag. Elk woord wordt op een goudschaaltje gelegd. Eigenlijk is zwijgen ook nu weer goud. Alles wat u zegt kan tegen u gebruikt worden. Zo snel mogelijk terug naar stabiliteit, dat is het credo.
Het is alleen jammer, dat juist de gokkers het grootste belang hebben bij die stabiele situatie. Die hebben in geen geval belang bij een fundamentele verandering van het systeem. De eventueel herwonnen stabiliteit, rust op de beurzen, zal niet meer blijken dan een pyrrusoverwinning. We verliezen daarmee de ‘sense-of-urgence’ om tot echte hervormingen te geraken. De leiden, die de wereld als hun speeltuin zien gaan gewoon verder met hun weddenschappen. En wij kunnen wachten op de volgende crisis, die zonder enige twijfel komt. Wanneer wordt de termijnhandel op de beurzen wereldwijd verboden?

Friday 5 August 2011

Het spook van het kapitaal ( vrij naar Joseph Vogl: Das Gespenst des Kapitals, Diaphanes Verlag, Zürich 2010)

Inmiddels staat wel vast dat er in toenemende mate aan getwijfeld moet worden, dat economische groei leidt tot (volledige) werkgelegenheid, dat privatisering en marktwerking leiden tot hogere kwaliteit, dat er in de markt sprake is van faire concurrentie en dat de vrije mededinging leidt tot een rechtvaardige verdeling van welvaart over de wereld. De ‘onzichtbare hand’ van Adam Smith is een beverig, zo niet verlamd handje geworden dat in het niets grijpt. De virtuele economie is ongrijpbaar geworden. De allesbepalende handel is niet meer de handel in grijpbare, tastbare producten , maar de handel van de financiële markten in risico’s, verwachtingen en tijd.
De politiek heeft in de zeventiger jaren van de vorige eeuw deze markten geïnstalleerd en in de tachtiger jaren begonnen ze te functioneren. Dat was de tijd van Reagan en Thatcher. In 1973 hield het akkoord van Bretton Woods ( 1944 ) op te werken en werd de goudstandaard losgelaten, omdat de Amerikanen maar dollars bleven drukken om de oorlog in Vietnam te financieren. De overige 43 partners van het akkoord verloren hun vertrouwen in de ( dekking van de ) dollar. In plaats van een internationaal kader kwamen er nationale kaders voor het functioneren van de vrije markt. De zogenaamde vrije markten hebben steeds een sterke staat nodig gehad die de ordeningskaders vaststelde.
En nu, dertig jaar later, duikelen we van de ene crisis in de andere. De markten zijn in toenemende mate globaal geworden en er is geen globaal ordeningskader meer. Volgens Joseph Vogl is de vrije markt een logisch gat geworden met de redelijkheid van een weddenschap. Niet voor niets riepen Sarkozy en Brown om een Bretton Woods II.
In feite verhandelen de vrije financiële markten tijd. Iemand die een product niet heeft, niet verwacht het ooit te zullen krijgen en het eigenlijk ook niet hebben wil verkoopt dit product aan iemand die niet verwacht het te zullen krijgen , het evenmin wil hebben en het ook niet zal krijgen. Beslissend is de verwachting. Zal de prijs stijgen of dalen? Wat verwacht mijn concurrent? Wat denkt mijn concurrent, dat ik verwacht? Vandaag eten we de toekomst op die morgen of overmorgen nog werkelijkheid moet worden. Hebzucht en risico, hoop en vrees bepalen de markt en de handelaren brengen ons, ondersteund door ingewikkelde modellen die de hele operatie een zweem van rationaliteit geven, de heilsboodschap van de vrije markt. De verplichte, de verwachte, de gewenste economische groei zal alles regelen. Maar ooit komt de dag dat de rekeningen betaald moeten worden. Al is het maar de rekening van het spaargeld van gewone mensen. De dag nadat ze het naar de bank brengen is het al weg. Het wordt uitgeleend. Het wordt geïnvesteerd. Voor niets zijn politici en bankiers dan ook zo bang als voor een massale run van de spaarders op de banken. Om dat te voorkomen spelden ze de spaarders zelfs ( nuttige ) leugens op de mouw in de trant van: ‘uw spaargeld wordt door de staat gegarandeerd.’ Wij, gewone mensen, hebben immers behoefte aan stabiliteit en betrouwbaarheid. Een dergelijke garantie is in de praktijk van nul en generlei waarde. Probeer het maar eens! De regering heeft onze spaartegoeden nodig om de eigen tekorten te financieren. En verder worden wij het slachtoffer van de weddenschappen die op de financiële markten afgesloten worden. Het is nog maar de vraag of over dertig jaar pensioenen, waarvoor mensen betaald hebben, ooit tot uitkering zullen kunnen komen.
Als wij onze wereld leefbaarder willen maken voor allen, dan is de uitdaging het vinden van een alternatief voor de vrije markteconomie, die de hongersnood in de hoorn van Afrika in belangrijke mate mede veroorzaakt, terwijl er genoeg voedsel is om het dubbele aantal wereldburgers van dit moment van eten te voorzien. Dan zullen we op moeten houden met speculeren en graaien. Dan zal er een eind gemaakt moeten worden aan corruptie en zelfverrijking. Dan zal de vrije markt hier en daar begrensd moeten worden op globaal niveau.

Onschuldig

Mubarak vindt zichzelf onschuldig. Kadhafi , Assad, Ahmedinjad, Aliyev en Poetin vinden zichzelf waarschijnlijk evenmin schuldig. Wilders is ook niet schuldig. Schuld was altijd al een moeilijk begrip en het wordt tegen de achtergrond van de bevindingen uit hedendaags hersenonderzoek niet eenvoudiger. Schuld in strafrechtelijke zin hangt samen met verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid vooronderstelt vrije wil. Als we geen vrije wil hebben, kunnen we niet verantwoordelijk zijn en dus ook niet schuldig. Wat kunnen we mensen verwijten als de vrije wil niet bestaat? Zonder schuld is er geen misdaad. ‘Hier sta ik, ik kan niet anders, zo helpe mij God.’ Luther kon al niet anders. Hij deed wat hij doen moest. Er was geen alternatief. Zijn leeuwen schuldig als zij hun prooi doden? Is de spin, die de vlieg in haar web strikt, schuldig? Kunnen we deze dieren iets verwijten? Zij hebben toch geen vrije wil. Wat nu, als wij mensen die ook niet hebben? Als omgeving, en omstandigheden ons gedrag sturen. Als we doen wat we moeten doen om te overleven. Staten, naties, religies. Het zijn niet meer dan historische en culturele toevalligheden. Ze bieden een bepaalde zekerheid in ons principieel onzekere bestaan. Net als de familie, waarin je toevallig geboren wordt. Iets om op terug te vallen in moeilijke tijden. Dat werkt ook zo bij de meeste zoogdieren. De sterken vormen coalities,want samen staan we sterker. Samen kunnen we de, soms vijandige, buitenwereld beter het hoofd bieden. Pas als we samen sterker worden dan de sterken van dit moment kan er iets veranderen. Soms gebeurt dat op vreedzame wijze, bijvoorbeeld door verkiezingen. Soms ook gaat het met veel geweld gepaard. Als de sterken goed voor ons zorgen, ons zekerheid bieden, ons beschermen tegen bedreigingen, respectvol met ons omgaan en rechtvaardig zijn mogen ze leiden en is er weinig aanleiding voor de minder sterken om coalities te vormen. Als ze daarin tekortschieten ontstaat er verzet. Als de sterken een te groot deel van de koek voor zichzelf houden, als ze hun macht misbruiken om zichzelf te verrijken, als ze corrupt zijn zal er een moment komen, waarop er aan de poten van de stoelen waarop ze zetelen gezaagd gaat worden. En natuurlijk verdedigen ze zich dan, want ook zij willen zekerheid. En daarom zijn ze onschuldig. Ze hebben zichzelf enkel verdedigd. Daar waar er geen democratische omgeving is die dit proces stuurt, verloopt het op een andere manier. Bloedig.

Wednesday 3 August 2011

Kom in verzet!

Kijkend naar de wereld overkomt mij niet bepaald een gevoel van vrolijkheid en optimisme. Verbazing en ook verontwaardiging krijgen geleidelijk de overhand. Ik geef het toe, ik radicaliseer. Mijn woorden doen er niet zoveel toe.Ik kijk niet alleen, ik lees ook en luister. Oude mannen als Jean Ziegler en Stéphane Hessel komen op mijn pad. Ze bevestigen wat ik voel. Ik lees de tweets van waarnemend gouverneur Frissen bij de Salzburger Festspiele en vraag me af of hij weet heeft van de ‘Ausladung’ van Ziegler om de openingsrede daar uit te spreken. Zou hij ‘Indignez-vous!’ van Hessel gelezen hebben? Interesseert de boodschap van de opsteller van de universele Verklaring van de Rechten van de Mens hem? Of geniet hij gewoon van alle mooie dingen die hem in de schoot geworpen worden, zonder zichzelf , laat staan anderen, al te veel lastige vragen te stellen? Hij heeft er toch hard voor gewerkt. Hij heeft dit toch zeker verdiend. Ik lees ook tweets van burgemeesters, die de sociale media ontdekt hebben. Ik kan ze niet betrappen op richtinggevende opmerkingen. Ze afficheren zich als gewone mensen. Huilen mee met de wolven in het bos. Zijn zogenaamd toegankelijk. Populair bij hun volgers. Populariteit, daar lijkt het om te gaan. Ik kan de wereld toch niet in mijn eentje veranderen, dus laat ik maar zoveel mogelijk genieten. Het leven is te kort om me druk te maken over zaken waar ik toch geen invloed op heb.
Maar is het niet beschamend voor ons als mensheid hoe we toe staan te kijken als Assad zijn eigen volk afslacht? Verder als ‘stout, stout’ komen we niet en zelfs die uitspraak vergt maandenlang vergaderen. Ik begin begrip te krijgen voor mensen, die tot de conclusie gekomen zijn, dat al dat praten niet helpt. Dat er iets gedaan moet worden om de boel wakker te schudden. Er is dringend behoefte aan een nieuwe verzetsbeweging, een nieuwe internationale Résistance. We hebben idealen nodig. Het is de vraag of het staatsmonopolie op geweld gehandhaafd kan blijven als die staat dat monopolie gebruikt om zijn eigen burgers te onderdrukken en te vermoorden. Idealistisch, romantisch, wereldvreemd. Ik hoor het ze al roepen. En toch maken de woorden van de 93-jarige Hessel indruk:
“Wij zagen een wereld voor ons, waarin niemand voor zijn broodwinning hoefde te vrezen als hij ziek werd. Waar een vluchteling een veilige haven kan vinden, zonder als misdadiger of opportunist afgeschilderd te worden. Wij zagen een land voor ons, waarin verdienste de maat is voor macht en invloed, en niet bezit. Wij zagen een land voor ons, waarin ieder kind, in elk dorp, in elke stad, in elke wijk, de kans krijgt zijn talenten te ontwikkelen. Een land waarin elke vader en elke moeder, ongeacht hun eigen inkomen, het genoegen en de trots kan beleven, om hun zoon of dochter een diploma van de universiteit in ontvangst te zien nemen.
Waar halen ze het lef vandaan, om te zeggen dat er voor deze elementaire zaken geen geld meer is? Geen geld voor fatsoen, voor waardigheid, voor onderwijs, voor schoonheid of voor natuur? Terwijl de macht van het geld nog nooit zo groot, zo onbeschaamd, zo egoïstisch is geweest.
Hoe halen ze het in hun hoofd om onze economie in handen te laten van dezelfde gokverslaafden, die ons keer op keer met hun piramidespelen bedriegen? Waar halen ze het gore lef vandaan om in onze naam te capituleren voor het materialisme?
Ik raad u aan zich te verzetten. Ik raad u aan woest te worden.”
En ook de niet uitgesproken rede van Jean Ziegler maakt indruk op mij. De tekst heb ik al eerder in mijn blog opgenomen. Woorden zijn kennelijk toch gevaarlijk. Ziegler mocht ze niet uitspreken in Salzburg. Hij zou het feestje van de materialisten, die al lang geen boodschap meer aan idealen hebben, verstoord hebben.
Onze leiders hebben geen idealen meer. Rutte heeft geen boodschap aan Griekenland. Wilders demoniseert de helft van de wereldbevolking. Het zijn geen leiders, maar marionetten en slachtoffers.
Ik zou liever leven in een land dat geleid werd door Stéphane Hessel.
“Mijn lange leven heeft mij een reeks van redenen gegeven om verontwaardigd te zijn. 93 jaar, ben ik. Dit is mijn allerlaatste etappe. Vóór ik over de streep fiets wilde ik u nog wat zeggen. Ik wil u aanraden u te verzetten. Ik wil u aanraden verontwaardigd te worden. Ik wil u aanraden verontwaardigd te worden, en verontwaardigd te blijven. Uw hele leven lang. Net zoals ik.
U bent allemaal opgegroeid in een wereld die gebouwd is op het puin van de oorlog. Opgebouwd door mensen die zo oud zouden zijn als ik - als ze nog hadden geleefd. Wij hebben voor ons land een aantal principes en waarden voorgesteld die de basis moesten vormen voor onze opbouw. Deze principes en waarden hebben we nodig - vandaag meer dan ooit.
Ik ben een van de laatste, en binnenkort is het voor mij voorbij. Het is aan U om ervoor te zorgen dat onze maatschappij een maatschappij wordt waar U trots op kan zijn.
Niet deze maatschappij van achterdocht als het gaat om immigranten, niet deze maatschappij van autochtonen en allochtonen, van legalen en illegalen, van uitzettingen en van opgegroeide kinderen die mogen blijven omdat zij per ongeluk teveel verwesterd zijn. Niet deze maatschappij waarin mensenrechten minder belangrijk zijn dan welvaart, omdat alleen dat wat geld oplevert, recht heeft om te bestaan.
Wij, veteranen van de verzetsbewegingen en van de strijdkrachten, roepen de jonge generaties op om de erfenis en de idealen van het verzet tot leven te brengen en ze door te geven. Wij zeggen tegen hen: neem onze plaats in, kom in verzet!”

Angst en geld regeren de wereld

In Amerika zijn de politici, die zich de laatste week als kleine kinderen gedragen hebben, het uiteindelijk eens geworden over de verhoging van het schuldenplafond. Daardoor kunnen de VS hun rekeningen blijven betalen. Als het land meer leent, dan moet er natuurlijk ook meer terugbetaald worden. Om dat te kunnen moeten de overige uitgaven teruggedrongen worden of de inkomsten, zeg maar de belastingen, verhoogd worden. Of natuurlijk beide. Zwart – wit gesteld willen de democraten in de VS de belastingen verhogen en de republikeinen de uitgaven verlagen. Uiteindelijk gaat het altijd om de vraag wie de rekening moet betalen voor het feit dat we met zijn allen meer uitgeven dan we verdienen.
In Europa is het al niet anders. Daar hebben de Ieren, de Portugezen en de Grieken zoveel schuld, dat ze niet meer in staat zijn om terug te betalen. Veertien andere Europese landen helpen drie andere uit de brand. Net als de Amerikanen, moeten die drie fors bezuinigen op de uitgaven en meer geld binnen zien te halen door staatseigendommen te verkopen en belastingen te verhogen. Mede omdat ze meehelpen aan de redding van de drie, komen Spanje en Italië nu ook in de problemen. De zogeheten financiële markten betwijfelen of ze hun schulden nog wel terug kunnen betalen. En dus moeten ze meer rente betalen over het geld dat ze lenen. En daardoor komt hun bijdrage aan de redding van de drie onder druk te staan. Daar moeten dan de overige elf weer voor opdraaien.
Wat mij betreft is het prima, dat de sterken de zwakken helpen.
Minder enthousiast ben ik over de rol van degenen die speculeren op wat er gebeurt en daar dik geld aan proberen te verdienen . En nog minder enthousiast ben ik over de banken.
Dat zijn al lang geen ondernemingen meer in de traditionele zin van het woord. Het zijn de staten, die de risico’s lopen. De staten houden de banken overeind en daardoor kunnen de banken leningen blijven verstrekken. Zo houden de banken de regeringen in een wurggreep. Dat is een gecompliceerd spel. Zo ondoorzichtig, dat onze Nederlandse bewindslieden het aan onze volksvertegenwoordigers niet meer goed kunnen uitleggen. Misschien willen ze het ook niet helemaal uitleggen. Want de vraag is of onze volksvertegenwoordigers nog wel zouden instemmen met hulp aan de economisch zwakkere landen, of ze nog wel solidair willen zijn, als ze weten dat we niet alleen extra op onze uitgaven moeten beknibbelen vanwege die solidariteit, maar ook nog eens extra moeten bezuinigen om garant te staan voor eventuele verliezen van de banken. Die banken dreigen namelijk gewoon met failliet gaan. Dan verliezen burgers hun spaarcenten en breekt de pleuris uit. Bankiers krijgen in ieder geval geen hesje met ‘werkt voor de samenleving’ erop.
Als wij de welvaart echt eerlijk(er) willen (ver)delen zullen we om te beginnen de tering naar de nering moeten zetten, zodat we minder hoeven te lenen. Bij die noodzakelijke stappen terug geldt ,wat mij betreft , nog altijd dat de kwaliteit van de samenleving bepaalt wordt door de wijze waarop wij met de zwakste omgaan. Vooral degenen die zich verrijkt hebben en nog steeds verrijken aan het spel op de financiële markten moeten, om de kwaliteit van de samenleving te kunnen handhaven, een dikke rekening gepresenteerd krijgen. Wij halen allemaal onze spaarcentjes weg bij de banken en stoppen ze weer in een oude sok. Dan kunnen de banken veilig omvallen of weer echt gaan ondernemen en dus ook risico lopen. Nu leunen ze achterover en leggen het probleem bij hun klanten, bij ons, neer. En onze leiders durven ons dat niet te vertellen. Solidariteit is onze enige redding op de lange termijn, maar de banken kunnen wat mij betreft barsten.

Tuesday 2 August 2011

Werkt voor de samenleving

Mensen die een taakstraf opgelegd krijgen, dat zijn er in Nederland zo’n 30.000 per jaar, moeten die binnenkort herkenbaar uitvoeren. Ze worden verplicht een hesje te dragen met daarop de tekst: ‘Werkt voor de samenleving’ en het logo van de reclassering. Typisch weer zo’n maatregel bedacht door een ambtenaar die niets beters te doen had en die we beter met wachtgeld hadden kunnen sturen, want hij werkt niet voor de samenleving. Wat levert het de samenleving op als we de uitvoerders van taakstraffen herkenbaar maken? Wie heeft om deze maatregel gevraagd ?
In plaats van zo’n mafketel naar huis te sturen lopen we het risico dat vandaag of morgen de ene of de andere minister de maatregel openlijk staat te verdedigen. Laten we dan maar iedereen die voor de samenleving werkt verplicht in een hesje steken. Alle politiemensen, alle zorgpersoneel, alle ambtenaren, alle politici. Dan weten we tenminste zeker, dat wie geen hesje draagt alleen maar voor zichzelf bezig is. Of voor een andere samenleving. Alhoewel. Misschien moeten die ook een hesje dragen, want ze werken tenslotte ook voor DE samenleving. Als ik niet bijna zeker wist, dat het vandaag 1 augustus is zou ik gedacht hebben dat het 1 april was.