Wednesday 27 June 2012

Diederik, Don en Dirk


Wetenschappers zijn bijzondere mensen. Sommige heten zelfs professor. Het zijn mensen die heel veel van heel weinig weten. Zoveel, dat ze menigeen van dat beetje alles wijs denken te kunnen maken. Wetenschappers moeten onderzoeken en publiceren. Naam maken. Hun onderzoeken moeten transparant zijn. Dat wil zeggen dat andere wetenschappers het onderzoek na moeten kunnen doen en als die dan tot dezelfde uitkomsten komen is de uitkomst van het onderzoek waar. Als je bijvoorbeeld veronderstelt dat mensen die aan de dood denken meer snoepen of wil weten wat de invloed van de kleuren rood en blauw op menselijk gedrag zijn, dan onderzoek je dat. Vaak is de maatschappelijke relevantie van dergelijk onderzoek ver te zoeken. Maar zolang er een dwaas gevonden kan worden die het betaalt is dat irrelevant. Wetenschappers zijn niet alleen bijzonder, ze zijn ook heel knap. Vrijwel alles wat een opdrachtgever bewezen wil zien kunnen zij bewijzen. Ze moeten tenslotte de kost verdienen en dan geldt heel eenvoudig dat de taal gesproken wordt van degene wiens brood men eet. Het is dan gewoon een kwestie van het creëren van de juiste onderzoeksomstandigheden. Wetenschappers zijn tenslotte ook maar gewone mensen. Ik ben geen wetenschapper. Maar wat mij opviel in de schandalen van de laatste tijd is dat de voornamen van alle drie de frauderende professoren met een D begint. Misschien rechtvaardigt dat de hypothese dat de kans dat een wetenschapper wiens voornaam met een D begint fraudeert groter is dan wanneer die voornaam met een H begint. De onderzoeksperiode beslaat het tijdvak midden 2011 tot midden 2012. Ik kijk alleen naar Nederlandse universiteiten. Vervolgens selecteer ik enkel de ophefmakende fraudezaken, dat wil zeggen dat ze de krant gehaald moeten hebben. En wat blijkt? Het begon met Diederik, daarna kwam Don en het eindigt voorlopig met Dirk. De stelling is bewezen. Schieten we daar iets mee op? Nee. Want het is natuurlijk klinkklare nonsens. Misschien is het wel zo dat er in verhouding erg veel wetenschappers zijn wier voornaam met een D begint en dan is het natuurlijk helemaal niet verwonderlijk dat er meer frauderende wetenschappers zijn wier voornaam met een D begint. Wetenschappers zijn mensen die, net zoals Taylor het met de arbeid deed, het leven en de mens in stukjes hakken. Het geheel , met al zijn samenhangen, begrijpen is ondoenlijk. Dus is jezelf specialiseren in een deel de enig begaanbare weg. Maar wie knoopt de touwtjes weer aan elkaar? De filosofie misschien? Maar die kent ook al haar specialisaties. Ik leef altijd al met de gedachte dat we meer niet dan wel weten. En het beetje dat we denken te weten is volstrekt onvoldoende om de mens en het leven te begrijpen, laat staan dat we er met die kennis in geslaagd zijn de wereld tot een leefbaarder geheel te maken. Wat gisteren waar leek, blijkt morgen alweer niet te kloppen. Ons past dus op het gebied van de wetenschap enige bescheidenheid. Misschien is wetenschap in zichzelf wel frauduleus en is er enkel een verschil tussen oplichters en onwetenden.

Saturday 23 June 2012

De Roos van Leary


Op het gevaar af niet alle omstandigheden volledig te kennen, verwaardig ik me toch maar enige woorden vuil te maken aan twee gebeurtenissen die in de afgelopen dagen nogal de aandacht trokken. In Rotterdam trapte een politieagente een laveloze Let vol in het kruis en diende hem daarna nog wat knietjes onder de kin toe. Haar mannelijke collega keek toe, alsof het een oefening ongewapend gevecht tegen een zich niet verzettende tegenstander betrof en kwam pas in actie toen de handboeien om moesten. Ik had deze dappere dame hetzelfde graag eens willen zien doen met een gewelddadige supporter van Feijenoord. Maar zo dapper zal ze wel niet zijn. Hoe weten we dit allemaal? Een medelander met allochtone achtergrond legde een en ander op zijn iphone vast en zette het op Youtube. Misschien heeft hij wel geluk gehad dat de agenten hem niet zagen filmen. Voor de opname schijnen er nog een wapenstok en traangas aan te pas gekomen te zijn, maar daar zijn dus geen beelden van. Waren de beelden die er wel zijn er niet geweest, dan zou vermoedelijk geen haan meer gekraaid hebben naar dit voorval. Nu zitten de agenten ziek thuis en de Let in de cel. Er is volgens de korpschef geen reden de agenten hangende het onderzoek te schorsen. Een goede baas neemt het immers altijd op voor zijn mensen. Maar natuurlijk zijn die agenten niet ziek. Of misschien toch? In hun hoofd? Aan de ene kant wordt het optreden van de politie tegenwoordig voortdurend in de gaten gehouden. Elk enigszins georganiseerd optreden wordt gefilmd en de diender die iets doet heeft daar veelal langer last van dan degene waartegen opgetreden wordt. Dus zijn agenten in dat soort situaties eerder terughoudend. En daar heb ik dan nog begrip voor ook. Aan de andere kant mag je toch van elke agent een zekere mate van professionaliteit verwachten. Juiste inschattingen maken en situatief handelen, kalm en beheerst. Dat deed deze zich onbespied wanende Rotterdamse mevrouw in ieder geval niet. Haar optreden zal bij menigeen gevoelens van agressie opgeroepen hebben. Bij mij in ieder geval wel. Gelukkig was ik niet in de buurt, want dan zat ik nu misschien vast. Het blijft moeilijk om de Roos van Leary in de praktijk toe te passen.

In Haelen bestookte een 59-jarige man eerst wat mensen van de gemeente en later de politie met molotovcocktails, benzinebommen en dreigde met pijl en boog. Hoe het kwam dat er een camera in de buurt was die alles registreerde mag de duivel weten. Misschien is dat staand beleid van de gemeente bij het toepassen van bestuursdwang. Wat veel interessanter is, is de vraag hoe het in vredesnaam zover is kunnen komen? Een gefrustreerde ambtenaar? Een burgemeester die geen eigen koers durft te varen? De man woont aan de rand van het dorp, vlak bij het bos en ook vlak bij een woonwagenkamp. Die kampjes worden door gemeenten altijd al zover als maar enigszins mogelijk van de bewoonde wereld af aangelegd. Er ontstaat een conflict tussen de man en de kampbewoners. De man voelt zich door de overheid in de steek gelaten. De veiligheid van zijn gezin is in het geding. Hij plaatst een hek voor zijn huis. Wie daar last van zal hebben gehad is een interessante vraag. Vermoedelijk alleen de bewoners van het woonwagenkamp. Maar de gemeente besluit tot het toepassen van bestuursdwang, nadat de man weigerde met de burgemeester te praten, omdat die in het gezelschap verkeerde van een ambtenaar in wie de man het vertrouwen al lang geleden verloren heeft. De situatie is duidelijk geëscaleerd. De man krijgt het etiket 'doorgedraaid' opgeplakt. Ik kon een gevoel van bewondering voor de manier waarop hij streed voor zijn huis, haard en gezin niet onderdrukken. Het blijft moeilijk om de Roos van Leary in de praktijk toe te passen.

Wednesday 20 June 2012

Teveel sterren


Voor Nederland is het EK voorbij. En ook weer niet. De teleurstellende verrichtingen van oranje zullen nog wel even nasudderen. De vaderlandse pers zoekt naarstig naar lekken en individuele schuldigen, waar juist het collectief faalde. Heitinga zit inmiddels op Ibiza. Van Bommel heeft zijn laatste wedstrijd voor het Nederlands elftal gespeeld. Van Persie zwijgt als een sfinx en zelfs Jansma krijgt hem niet aan de praat. Van der Wiel realiseert zich dat Real Madrid nog ver weg is en etaleert met die uitspraak wat zijn doel bij dit EK was. Johan Derksen speelt zijn rol in het voetbalcircus met verve. Hij heeft het zichzelf omhoog bewegen door anderen de grond in te boren inmiddels tot kunst verheven en wint daar zelfs prijzen mee. VI oranje is, om met Anja Meulenbelt te spreken, de schaamte voorbij. En het volk geniet ervan, zonder zich te realiseren dat juist Derksen de verpersoonlijking is van wat er mis ging bij oranje. De Duitsers blijken over een realistischer inschattingsvermogen te beschikken dan de Nederlanders. Wij zijn nogal met onszelf ingenomen. Het beste-jongetje-van-de-klas syndroom. Kijk mij eens! Goede voetballers, die als team falen op beslissende momenten. Geen collectief. Zou dat iets met onze volksaard te maken hebben? Zijn wij misschien eerder pingelaars dan teamspelers? Zit het niet in onze genen om ons aan een groter geheel ondergeschikt te maken? Nee, integendeel. Normaal gesproken wordt het hoofd van eenieder die dat lichaamsdeel boven het maaiveld waagt uit te steken er hier onmiddellijk afgehakt. Doe normaal man, dan doe je gek genoeg. Dat is de Nederlandse norm. Alleen voor voetballers en de Johans geldt die niet. De fans, samen voor oranje, zijn een oranje collectief, het elftal is dat juist niet. De voetbalwereld is zo ongeveer de enige bedrijfstak, die we hier nog - zij het soms met frisse tegenzin - aan de Balkenendenorm laten ontsnappen. Wij hunkeren naar mensen die zich aan de grijze massa ontworstelen, naar witte raven. Maar dan moeten ze wel presteren! Winnen! Het betaald voetbal, het Nederlands elftal is voor velen van ons een soort van collectieve ontsnapping uit het grijze middelmatige bestaan. Allerlei lieden veroorloven zich in die bedrijfstak gedragingen waarbij in het normale mensenleven de nodige vraagtekens geplaatst kunnen worden. Kortom, het voetbal is geen afspiegeling van de normale maatschappij . In het voetbal moet je juist excelleren of, als je dat zoals Johan Derksen niet kunt, opvallen om iets te bereiken. En dat staat op heel gespannen voet met wat wij Nederlanders normaal en acceptabel vinden. Vanwege dat spanningsveld ontstaan er bij onze acteurs al snel sterallures. En het manco van dit Nederlands elftal is nu juist dat we teveel spelers hebben, die zichzelf een ster vinden. Wijs er twee aan bij de Duitsers, bij de Grieken, bij de Italianen, bij de Fransen, bij de Tsjechen, bij de Spanjaarden, bij de Engelsen en bij de Portugezen. Die weten allemaal, dat ze zich niet meer dan een van die soort kunnen permitteren. De andere tweeëntwintig spelers zijn nodig om die ene in het gareel te houden. Dat was maandagavond mooi te zien toen Balotelli door zijn medespelers de mond gesnoerd werd, toen hij iets tegen zijn trainer wilde roepen. Kunt u zich voorstellen dat Robben of Sneijder zoiets overkomen zou zijn?

Tuesday 12 June 2012

De hoop sterft het laatst!


Er moet welhaast een wonder gebeuren wil het Nederlands elftal de poulefase van het EK overleven. Die Hoffnung stirbt zuletzt, zeggen de Duitsers heel mooi. En juist tegen die Duitsers zal ons laatste sprankje hoop, naar ik verwacht, de grond in geboord worden. Gans het land kleurde de afgelopen dagen oranje. Vergeten is de eurocrisis. Een torenhoog verwachtingspatroon, want in Engeland schopt Van Persie ze er makkelijk in en in Duitsland Huntelaar. We hebben zoveel goede voetballers, dat we niet eens meer weten wie er moet spelen. Er wordt wat af geanalyseerd dezer dagen. Nederland speelde helemaal niet zo slecht tegen de Denen, want het creëerde maar liefst twintig kansen. Je zou ook kunnen zeggen, dat de Denen niet zo goed speelden, omdat Nederland die kansen kreeg. Afgezien van de eerste tien minuten speelde Nederland niet goed. We stonden met zes man achterin, dan een heel groot aantal meters niets en dan vier aanvallers. Onze wereldklasse aanvallers konden geen van de vele kansen verzilveren. Er zijn ploegen die kunnen winnen als ze slecht spelen. Het Nederlands elftal is niet zo’n ploeg. In tegenstelling tot het laatste WK is er nu geen gezamenlijk uitgedragen missie. De uitstraling van het geheel is anders, fletser. Ik zag geen spelvreugde, geen bezieling, geen lachend gezicht, geen team ( Together Everyone Achieves More ). Natuurlijk deed iedereen zijn stinkende best, maar er ontbrak iets. Het baltempo was te laag, er werd teveel gelopen met de bal en te weinig zonder. Met het baltempo van de Russen en de bezieling van de Ieren zouden we op een slof en een oude voetbalschoen met 6-0 gewonnen hebben. De Ieren verloren van Kroatië, maar de fans zongen hun team na de wedstrijd traditiegetrouw met Ierse liederen toe. Prachtig en uniek. Daarom alleen al is het goed, dat ze er na vierentwintig jaar weer bij zijn. Ik geniet van hun mentaliteit en hun humor. Het relativeringsvermogen zit in hun genen. Net als bij ons de rivaliteit met de Duitsers. Dat belooft dus nog wel wat voor aanstaande woensdag. In Kerkrade geldt die avond op de Nieuwstraat/Neustrasse een noodverordening. Dat is andere koek dan relativeren en lijkt meer op oorlog. 6,8 miljoen landgenoten zagen de Nederlaag tegen Denemarken. Zelf stond ik op de markt in Kerkrade, waar de stemming eerder gelaten was. Woensdag kijk ik samen met wat Duisters bij een Griek. Dan zal heel het land wel voor de buis zitten. Voor mij is het geen oorlog, maar een spelletje, waar het beste team normaal gesproken wint en soms verrassend verslagen wordt door een collectief waarin iedereen voor iedereen in de bres springt, niemand groter is dan het team, voor elke bal en meter met bezieling gevochten wordt en samen genoten wordt van elke goede actie. Ik ga woensdag in elk geval vooral gezellig genieten van een lekkere pot voetbal, waarin voor Nederland een plaats bij de laatste acht van Europa op het spel staat, als ze tenminste ook nog van Portugal winnen. Dat zou gelijk staan aan een wonder, maar wonderen bestaan en de hoop sterft het laatst. En ook als het niet lukt , zal ik voor ze zingen!

Friday 8 June 2012

Alle lof voor Lahm!


Morgen gaat het beginnen. Nederland heeft volgens de Duitse bevolking 3% kans om Europees kampioen te worden bij het door Polen en Oekraïne georganiseerde toernooi. Zelf geven ze zich 47% kans. Aanstaande woensdag zal wellicht het een en ander duidelijk worden. De relatie tussen sport en politiek staat bij dit EK weer eens prominent op de agenda. Vooral de manier waarop het regime in de Oekraïne omgaat met Julia Timosjenko heeft menig politicus aanleiding gegeven dat land tijdens het EK juist niet te bezoeken. Sportmensen zelf hebben in het algemeen niet veel op met politiek. Het WK in Argentinië was daar al een voorbeeld van. Ze willen hun sport beoefenen en verder met rust gelaten worden. Maar er zijn uitzonderingen. Philipp Lahm bijvoorbeeld. De aanvoerder van de Mannschaft verklaarde in Der Spiegel, dat wat er in de Oekraïne met Timosjenko gebeurt niet bepaald overeenstemt met zijn idee van democratie. Hij riep Uefa - baas Platini op daartegen stelling te nemen. Maar wat Platini ook doet, er komt geen woord daarover uit zijn mond. Integendeel. Lahm zou er volgens Platini juist goed aan gedaan hebben zijn mond te houden over politiek en blij te zijn dat zoveel mensen hun best doen om het hem mogelijk te maken zijn sport daar te beoefenen. Platini probeert manhaftig sport en politiek gescheiden te houden. Politici echter gebruiken sportevenementen al jaar en dag ter meerdere eigen eer en glorie. En niet alleen sportevenementen. Het Eurovisie songfestival, onlangs gehouden in Azarbeidzjan, werd door Aliyev ook gebruikt om zijn land beter aan de wereld te tonen dan het in werkelijkheid is. Politici gebruiken de sport dus wel. Waarom zouden sportlieden dan hun mond moeten houden over de politiek? Er zijn ook mensen die van mening zijn dat juist de sport verbroedert en mogelijkheden biedt om een dialoog op gang te brengen over andere zaken. Dat moet dan vooral gebeuren door middel van de media – aandacht die grote evenementen nu eenmaal met zich meebrengen. Politici beperken zich dan tot politiek, sportlieden en sportbestuurders tot sport en journalisten kunnen hun zegje over zowel politiek als sport doen. De vlieger gaat alleen niet op, omdat juist de politici zich hieraan niet houden. Sport is voor hen een soort van toverbal. Sport kan alles. Verbroederen, integratie verbeteren, de bevolking gezonder maken en ga zo maar door. Voor politici is de sport een middel. Voor de meeste sporters is sport een doel in zichzelf. Ze beleven plezier aan het beoefenen ervan en dat is voldoende. Maar ze worden gebruikt. Vooral in de glans van topsporters baden politici zich graag. Merkel gaat niet voor niets op bezoek bij de Mannschaft in Polen, met een schare persvolk in haar gevolg . Gegarandeerde aandacht in alle journaals. Als politici de sport op een dergelijke manier gebruiken, moet niemand , en zeker politici en de voorzitter van de Uefa niet, zich erover verbazen dat een volwassen sporter, die wel oog heeft voor wat er in de wereld gebeurt, daar zijn mening over geeft. Topsporters hebben een voorbeeldfunctie en daar hoort bij dat ze laten zien dat ze niet als hersenloze machines door de wereld lopen, maar oog hebben voor wat zich in die wereld afspeelt en hun mond open doen als er iets voor verbetering vetbaar is. Alle lof dus voor Lahm.

Friday 1 June 2012

“Wetenschappelijke” stemmingmakerij


Wat is er sedert 2004 allemaal veranderd in Nederland, naast de invoering van een algemeen rookverbod op de werkplek? Dat rookverbod heeft volgens Maastrichtse geleerden geleid tot het voorkomen van meer dan 16.000 gevallen van hartstilstand, waardoor ongeveer 14.000 mensenlevens gespaard werden. Hoe weten die geleerden dat? Omdat de ambulancedienst Zuid - Limburg van 2004 tot 2008 minder vaak voor een acute hartstilstand opgeroepen werd ! In de twee jaar voor 2004 was het aantal gevallen van acute hartstilstand nog aan het stijgen, beweren ze. Na het rookverbod op de werkplek daalde het aantal spectaculair. De geleerden hebben nog even gewacht met de publicatie van hun bevindingen. Ze wilden de effecten van het rookverbod in de horeca ( 2008 ) ook meenemen. Maar dat verbod heeft niks opgeleverd. Dat vonden de hooggeleerde heren natuurlijk jammer, want hen is er alles aan gelegen te bewijzen dat als er niemand meer rookt er ook niemand meer sterft. Zou STIVORO hier een vinger in de onderzoekspap hebben? Natuurlijk is de plaats waar je werkt veelal geen vrije keuze en zit je voor je plezier in de kroeg. Als we iedereen vrij een werkplek laten kiezen vermindert wellicht het aantal acute hartstilstanden. Dat is het onderzoeken meer dan waard. Misschien ligt het aan de invoering van de euro in 2002? We wilden en konden er die eerste jaren maar niet aan wennen. Bleven omrekenen. Veel stress dus. Na twee jaar ebden die spanningen weg en realiseerden we ons dat er geen weg terug was. Kan iemand dat eens onderzoeken? De invloed van de invoering van de euro op het aantal acute hartstilstanden? Het gemiddelde sterftecijfer ( aantal sterfgevallen per 1000 inwoners) stijgt overigens in Nederland vanaf 2004 gestaag. Dat komt waarschijnlijk omdat we allemaal, ondanks dat gerook, ouder geworden zijn en er nu eenmaal meer ouderen dan jongeren aan de beurt zijn. In Nederland overlijden per jaar zo’n 15.000 mensen per jaar aan een acute hartstilstand. Dat moeten er voor 2004 dus 19.000 geweest zijn, want de geleerde Maastrichtenaren beweren dat er in vier jaar tijd 16.000 acute hartstilstanden voorkomen zijn door het rookverbod op de werkplek. Op de website van het CBS valt te zien, dat het aantal doden door hart- en vaatziekten sinds 1970 al continu aan het dalen is. In 2004 was het risico om daaraan te overlijden in vergelijking met 1970 al meer dan gehalveerd. Letterlijk staat daar te lezen: ‘De kans om aan ziekten van de kransvaten te overlijden is in 2004 zelfs bijna driemaal zo klein als begin jaren zeventig, zowel voor mannen als voor vrouwen. Dit komt voor een groot deel door de daling van de sterfte aan acute hartinfarcten.’ Er lijken me nogal wat factoren van invloed op het aantal acute hartstilstanden. Als de Maastrichtse geleerden erin geslaagd zijn om alle overige factoren uit te sluiten en een onderzoek uit te voeren waarin de invloed van het rookverbod op de werkplek uit 2004 geïsoleerd gemeten kon worden, dan neem ik mijn pet voor hen af en maak een diepe buiging. Maar uit wat ik lees, hebben ze die conclusie getrokken naar aanleiding van het gedaalde aantal ambulanceritten naar acute hartstilstanden in Zuid – Limburg en die cijfers vervolgens geëxtrapoleerd naar landelijk niveau. Dat lijkt me zo op het eerste oog niet een echt wetenschappelijk te verantwoorden conclusie, maar eerder stemmingmakerij, die de naam van de universiteit niet bepaald goed doet.