Friday 16 January 2009

Chemie of wie coacht de coach?

John Floore vertrok bij het Limburgs Symphonie Orkest (LSO). Gertjan Verbeek moest weg bij Feijenoord. Er was in beide gevallen geen chemie meer tussen leider en medewerkers. Dat hoor ik wel vaker. En steeds vraag ik me af wat daarmee nou precies bedoeld wordt. Heel lang geleden, op de HBS, heb ik wel scheikunde gehad, maar daar heb ik niets geleerd over de chemie tussen mensen. In eerste instantie flitste, toen ik erover nadacht, door mijn hoofd dat er juist wél sprake moest zijn van chemie, want kennelijk leidde het feit dat er bij het LSO en Feijenoord wat mensen bij elkaar gevoegd zijn tot een reactie. Nu kunnen chemische reacties langzaam verlopen, zoals bijvoorbeeld bij een roestende auto, maar ook heel snel, zoals bij een ontploffing. Maar bij het LSO en Feijenoord gebeurde het langzaam en de boel ontplofte toch. Er was geen chemie. Ik begin het geloof ik te begrijpen. Er was geen chemie en daardoor ontstond de ontploffing. Nee, dat kan ook niet. Ontploffingen vinden niet plaats zonder een chemische reactie. Ik kom er niet meer uit en zoek mijn toevlucht tot allesweter Wikipedia. Daar stuit ik op het begrip mengsel. “Een mengsel is in de scheikunde een combinatie van twee of meer verschillende chemische stoffen die door elkaar worden gehusseld zonder dat daarbij de moleculen hun identiteit verliezen. Een mengsel wordt gekarakteriseerd door de moleculen die eraan deelnemen en de verhouding van hun hoeveelheden. Het is mogelijk dat in een mengsel een chemische reactie optreedt, maar daarmee verandert het mengsel; er is na een chemische reactie sprake van een ander mengsel, met een andere samenstelling.” (Wikipedia )
Dat helpt. Een organisatie, zoals een orkest of een voetbalclub, zou je kunnen zien als een combinatie van verschillende (groepen van) mensen, die door elkaar gehusseld worden zonder hun identiteit te verliezen. Er kan een reactie ontstaan, maar dan verandert de organisatie. Dan wordt de som meer dan het geheel der delen. Dat gebeurde dus niet bij het LSO en Feijenoord. De elementen in die organisaties vertoonden een afstotingsreactie. Ze verwijderden zich van elkaar. In beide gevallen wisten de leiders dat het aan de medewerkers lag. Floore had het over rotte appels, die teveel tijd hadden om zich met regels bezig te houden en Verbeek vond zichzelf wel een vechter, maar wilde niet de strijd aangaan met windmolens. Hij bedoelde de spelers. Zouden Floore en Verbeek ook wel eens naar zichzelf gekeken hebben? Hebben ze hun best gedaan om te begrijpen, voordat ze begrepen wilden worden? Hebben ze goed geluisterd? Manfred Kets de Vries zegt dat een vis altijd begint te rotten bij de kop. Rotten is net als roesten een chemische reactie. Er was dus wel degelijk chemie.