Tuesday 8 November 2011

Vrienden en vijanden

Twee Toepolevs – 95 ‘Bear’ bommenwerpers zijn volledig in overeenstemming met internationale richtlijnen en afspraken, maar zonder zich te melden, voornemens het Nederlands verantwoordelijkheidsgebied binnen te vliegen. Omdat ze zich niet netjes aanmelden zijn het onbevoegde binnendringers en die kunnen op een speciaal welkom rekenen. Echt onbevoegde binnendringers proberen zo’n ontvangst altijd te ontvliegen , maar in dit geval zijn de Russen al gewend aan de stennis al snappen ze er niets van. Twee F-16’s stijgen op van Leeuwarden of Volkel en lossen de Duitsers af totdat de Britten het overnemen. De piloten van straaljagers en bommenwerpers kennen elkaar inmiddels en zwaaien vanuit de respectievelijke cockpits vriendelijk naar elkaar. Spielerei. Toys for the boys. Verkwisting. De Russen zijn vijand en Polen, Duitsers, Nederlanders en Britten zijn vrienden.

‘Defensie - uitgaven moeten gezien worden als verzekeringspremie’, vertelt een straaljagerpiloot. ‘Je kunt je niet permitteren niet verzekerd te zijn. Die Russen zijn rare jongens. Ze willen waarschijnlijk alleen laten zien dat ze nog meetellen, maar je weet het maar nooit…..’ Misschien hebben Poetin en Medvedev niet meegekregen dat de Koude Oorlog voorbij is. Misschien gaan die twee bommenwerpers wel alles van Polen tot Engeland platgooien. Fantasie.

Het blijkt moeilijk zo niet onmogelijk om dit denken in termen van vriend en vijand te elimineren. Het jaagt ons weliswaar op enorme kosten en laat weinig ruimte om te nuanceren, maar wie niet voor ons is is nu eenmaal tegen ons. We moeten ons natuurlijk wel verdedigen en soms is de aanval de beste verdediging, of is dat altijd zo? Vooral de producenten van wapentuig hebben baat bij deze denkwijze. Als ze er niet al was zouden zij haar uitvinden. En natuurlijk werken er mensen in die industrie en bij de defensieapparaten en die allemaal werkloos maken is geen goed idee, toch? Vijanden vallen ons aan en vrienden helpen elkaar zich te verdedigen. Soms zit de vijand dichterbij dan gedacht, in eigen land of eigen huis. Soms verschuilt hij zich in een klooster, een kerk , een synagoge of een moskee. Soms in een regeringsgebouw of een krantenredactie, de bestuurskamer van een schoolgebouw of een fabriek. Overal ligt hij op de loer de vijand.

Papandreou en Berlusconi denken misschien: als je zulke vrienden hebt, heb je geen vijanden meer nodig. Zij worden door (een stelletje) vrienden van de kapitaalmarkt op hun knieƫn gedwongen. Dat presteerde vroeger , toen we nog democratieƫn hadden, alleen het volk of de maffia. De tijden veranderen. Het huis van Europa staat in de hens en democratisch blussen werkt nu eenmaal niet. Het stelletje probeert geld te lenen bij de Amerikanen, maar die hebben zelf niks meer behalve een grote mond, en de Russen en de Chinezen, die geld als bluswater hebben. Bij de voormalige vijand, het rode en gele gevaar. De behoefte aan kapitaal maakt van oude vijanden nieuwe vrienden en ontmaskert de echte vijanden, de banken en de wapenindustrie. Hoe kunnen we die tot vrienden maken? Misschien is dat wel de grote uitdaging voor onze toekomst.