Tuesday 15 November 2011

Christus en Confucius: Wereldburgers!

De Chinezen ontdekken hun Confucius helemaal opnieuw. Er worden in de Volksrepubliek weer scholen gesticht waar zijn gulden regel en zes deugden aan kinderen onderwezen worden. De Chinezen zijn sinds 1978 overspoeld met westers materialisme, wetenschap en technologie. De oorspronkelijke culturele waarden van het land, zo’n vijfhonderd jaar voor Christus ontstaan, zijn in vergetelheid geraakt. Als reactie daarop staan de Chinese communisten, die dat enkel nog in naam zijn, nu toe dat het Confucianisme opnieuw onderwezen wordt . Er zijn zelfs geluiden die voorspellen dat het Confucianisme over enkele decennia weer de staatsideologie van China zal zijn. Als de grenzen open gaan en daarmee de invloed van buitenaf toeneemt bezinnen mensen zich in toenemende mate op hun eigen identiteit.

Een opvallend fenomeen dat ook in Europa, of beter in afzonderlijke Europese staten, waarneembaar is en wellicht een verklaring vormt voor het feit, dat vanaf het moment dat de binnengrenzen in Europa verdwenen het nationalisme in toenemende mate weer de kop opgestoken heeft. Vaals bijvoorbeeld kende tot 1993 een bloeiende smokkelcultuur. Nederlanders en Duitsers moesten met het gezicht naar elkaar toestaan om de koffie, de boter , de sigaretten en het geld over de grens te gooien. Vanaf het moment dat de grens openging en daarna verdween draaiden ze elkaar de rug toe. Plotseling kwam er commentaar op het feit dat de prijzen in de winkels zowel in gulden als in mark vermeld werden, evenals op het feit dat Duitsers die in de gemeente woonden bordjes met ‘Einfahrt freihalten’ op hun garagepoort hadden. Dit is toch Nederland? Kan dat zomaar?

Open grenzen maken mensen kennelijk onzeker. Ze gaan op zoek naar wat hen van de anderen onderscheidt en vergeten wat hen bindt. Ze vrezen hun identiteit te verliezen, zonder te weten wat die identiteit precies is. Maxima kreeg op haar kop toen ze de onze niet meteen kon vinden. We zouden, op zoek naar de Europese Confucius, terug kunnen gaan tot de Soemeriërs, de Egyptenaren, de Babyloniërs, naar Kreta of Mycene, maar in de tijd van Confucius hadden we hier toch, oh ironie, vooral te maken met Athene en Alexander de Grote en daarna met het Romeinse Keizerrijk en de Romeinse provincie Palestina, waar Christus rondgelopen schijnt te hebben.

De gulden regel van Confucius – wat ge voor uzelf niet wenst, wens dat een ander niet – vertoont opvallend veel gelijkenis met het bij ons bekendere: Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Als puntje bij paaltje komt is er dus niet zoveel verschil tussen de Chinese en de Christelijke identiteit. Je zou bijna veronderstellen, dat Confucius en Christus ergens een wereldtop georganiseerd hebben om het over deze regel eens te worden. Als we toch al de Chinezen van Europa zijn, dan ligt het op onze weg om de Europese culturele identiteit met Christelijk -Confucianistische regels en deugden te definiëren en aldus van ons allemaal iets meer wereldburgers te maken.