Friday 30 December 2011

Een weergaloos 2012!

Dit wordt mijn laatste blog van 2011. Ik heb nog ruim een dag om goede voornemens te maken. Voor het ritme in mijn leven is het goed elke dag te lezen en te schrijven. Zeker zolang ik er de tijd voor heb en neem. Ik kan het schrijven van een blog op elke werkdag daarom maar het best aan mijn goede voornemens voor 2012 toevoegen. Niet altijd even makkelijk, maar wel uitdagend.

Verder neem ik me voor in 2012 vertrouwen te hebben. Vertrouwen in de toekomst. Erop vertrouwen dat we het met zijn allen gaan redden. En vooral mezelf blijven vertrouwen. In het afgelopen jaar is er stevig aan dat zelfvertrouwen gezaagd. Op allerlei manieren. De twijfel waarmee ik van nature al behept ben heeft zich tot een blok aan mijn been ontwikkeld. Hij hield me gevangen. Dus dat mag wel een onsje minder het komende jaar. Twijfelen is goed, maar ik moet het niet overdrijven.

Op geen enkele leeftijd weet je hoelang je nog hebt. Op mijn leeftijd staat vast, dat ik de meeste boterhammen gegeten heb. Daarom neem ik mij verder voor het genieten in en van mijn bestaan wat meer accent te geven. Verleden, heden en toekomst in evenwicht brengen en houden. Voor mij betekent dat meer heden en minder verleden en toekomst. Meer kunnen en minder moeten. Actief blijven, mezelf blijven ontwikkelen en meer aandacht voor sociale contacten. Elke week mijn moeder bellen. Ze zal van haar geloof vallen. Veel lachen en zingen. De komende carnavalstijd biedt mij een heel speciale gelegenheid om op dat punt een vliegende start in het nieuwe jaar te maken.

En dan is er nog een doel op sportief vlak. In oktober van het volgend jaar wil ik de halve marathon van Eindhoven lopen. Belofte maakt schuld. En dus ga ik volop in training. Mens sana in corpore sano! En dus ga ik nu het nog kan maar een paar lekkere oliebollen halen.
De jaarwisseling breng ik door in prinselijk gezelschap. Een betere start is nauwelijks voorstelbaar.

Ik wens u allemaal een weergaloos 2012. Wees voorzichtig met vuurwerk!

Huilen op commando

Op commando huilen. Acteurs schijnen dat te kunnen. Zelf huil ik niet zo vaak. Eigenlijk alleen bij sommige films en bij ‘All you need is love’ en ‘Vermist’. Van enige sentimentaliteit kan ik mij niet vrijpleiten, want dan zou ik liegen. Maar als ik al die Noord-Koreanen op commando zie huilen bij de uitvaart van de grote generaal, die alleen maar goed voor zichzelf gezorgd heeft en zijn volk heeft laten barsten, schiet ik spontaan in de lach. Van nieuwslezeres tot soldaat, van student tot straatveger, allemaal staan ze – tenminste als ze gefilmd worden – te janken. Het schijnt levensgevaarlijk te zijn om dat niet te doen. Een volk van goed opgeleide acteurs. Die kleine, die het daar nu moet gaan regelen, is eigenlijk de enige die reden heeft om te janken en juist hij doet het niet. Want echte leiders janken nu eenmaal niet. Zijn oom en tante nemen hem nu bij de hand en gaan hem begeleiden bij de verdere onderdrukking en uitbuiting van zijn onderdanen. Die dragen daar deze titel nog met recht.

Ik probeer me voor te stellen welke taferelen zich hier af zouden spelen mocht onze premier komen te overlijden. In het gunstigste geval, ik kan me dat nog herinneren van de begrafenis van Fortuyn en die was niet eens premier, maar wel bijna, staan we massaal langs de straat te klappen en werpen bloemen naar de voorbijrijdende lijkwagen . Als je dat in Noord-Korea presteert teken je waarschijnlijk je doodvonnis. In een wat minder gunstig geval tekenen we massaal een condoleanceregister en geven blijk van onze betrokkenheid bij het verscheiden van een groot mens, iemand die iets voor ons betekend heeft. Maar ik zie ons nog niet zo snel en masse enkele dagen tranen plengend doorbrengen. Zelfs niet op commando. Maar wij zijn dan ook geen echte onderdanen meer. Op zijn minst zijn we nevendanen als we al geen bovendanen zijn. En daarom hebben we misschien ook wel geen grote generaals meer. Iedereen die hier zijn kop even boven het maaiveld uitsteekt wordt onmiddellijk onthoofd. Bij ons heeft het volk het voor het zeggen en zijn de leiders eigenlijk dienaren. Soms meen ik waar te nemen dat we daar niet allemaal even blij mee zijn. Dan klinkt hier en daar de roep naar richtinggevend leiderschap, naar een voorbeeld om te volgen.

Ik ben ervan overtuigd, dat we bereid zijn vrijwillig te volgen als groot leiderschap ons overkomt en evenzeer ben ik ervan overtuigd dat we niet op commando zullen janken als dat leiderschap, gecorrumpeerd door de macht, het van ons zou eisen. Dan worden wij van onderdrukt mompelende mededanen plotseling weer revolutionairen. Maar ja, we hebben dat probleem niet en dus zal het in Nederland voorlopig wel bij onderdrukt gemompel blijven. Voor een revolutie hebben we het te goed en daar waar die uit zou moeten breken huilen ze voorlopig nog op commando. Verdrietig maar waar.