Friday 29 July 2011

Hunde, wollt ihr ewig leben?

De Ieren hadden een speciale plaats in mijn hart. Ik bewonderde vooral hun vermogen om het leven op humoristische wijze te relativeren. De ontdekking van het wilde westen door Columbus had grote gevolgen voor de positie van de Ieren in Europa. Voor Columbus was Ierland het wilde westen. Na Columbus hoorden ze er plotseling bij. En nu lopen ze voorop. In 2004 kondigde Ierland als eerste land ter wereld een nationaal rookverbod af. De huidige minister van Volksgezondheid, Reilly – ooit huisarts, wil nu het roken in auto’s strafbaar maken als er ook kinderen meerijden.
Ik maak me al jaren grote zorgen over de steeds maar toenemende bemoeizucht van de preventiestaat, die maakt dat het leven veel van zijn charme verliest. Het lijkt erop, dat bestuurders en politici zo weinig invloed op de grote wereldproblemen kunnen uitoefenen, dat ze zich terugtrekken in hun eigen bastions en zich daar vooral bemoeien met de privézaken van de burgers. De overheid bepaalt voor ons wat levenskwaliteit is. Alles lijkt erop gericht te zijn het leven zo lang mogelijk te laten duren, het risicoloos te maken. ‘Hunde, wollt ihr ewig leben?’, spookt door mijn hoofd. Van leven ga je vroeg of laat dood. Dat staat ( nog ) vast. Kwantiteit van leven is belangrijker geworden dan kwaliteit.
Toen de Ieren nog wild waren hadden ze, zoals alle wilden, een hekel aan wetten en regels. Het was een zooitje ongeregeld. Spannend, avontuurlijk, vol verrassingen.
Waar zijn we nu aangeland?
In de hoofden van sommigen wonen in de ecologisch verantwoorde en duurzame samenleving van de toekomst exact zoveel mensen als de biotoop toelaat, die alleen nog elektrisch aangedreven voer- , vaar- en vliegtuigen gebruiken, waarvan de batterijen opgeladen worden met zonne - of windenergie, die allemaal niet roken, minstens een half uur per dag bewegen, een gezond gewicht hebben, er een mediterraan voedingspatroon op na houden met veel groente, fruit, vis, noten, volkoren producten, plantaardige vetten, weinig vlees en matig alcoholgebruik, zich keurig aan de maximum snelheid van 50 kilometer per uur houden , een geperfectioneerd systeem van geboorteplanning en – regeling kennen, allemaal hoog opgeleid zijn en een levensverwachting van 95 jaar hebben. En ze leefden nog lang en gelukkig. Ik hoop ver voor die tijd aangebroken is dood te zijn.

Spiegelpaleis Europa

Het nieuws van vandaag biedt mij weinig aanknopingspunten. Naar aanleiding van het labyrint in de gerestaureerde St.Gerlachuskerk in Houthem heb ik even gekeken naar de herkomst van het labyrint in het algemeen ( Daedalus, de vader van Icarus , ontwierp er een voor koning Minos, die er de Minotaurus in opsloot ) en naar dat van de kathedraal in Amiens in het bijzonder, waar ik al snel stuitte op de swastika in het vloermotief van die kathedraal en het onderwerp toen maar voor gezien hield. De jeugdoverlast dan? Veel spierballentaal en een ontevreden twitterende burgemeester van Meerssen, die betoogt dat er met geen woord gerept wordt over de aandacht die zijn gemeente aan preventie besteedt, terwijl dat in het commentaar met de titel ‘spierballen’ wel degelijk gebeurd. Jeugdoverlast hoort bij een vergrijzende samenleving en een gebrek aan voorzieningen specifiek voor de leeftijdscategorie tussen pakweg 13 en 20 jaar. Allemaal oud nieuws.
En vandaag wordt ook duidelijk ( wat ik gisteren al schreef) , dat het tegengaan van uitkeringstoerisme in Vaals enkel betrekking kan hebben op uitkeringstoeristen uit andere EU – landen. Die vermaledijde buitenlanders.
De middag heb ik besteed aan het uitlezen van een boek van Joep Leerssen met de titel: ‘Spiegelpaleis Europa, Europese cultuur als mythe en beeldvorming’, dat in mei van dit jaar verschenen is. Interessante literatuur. Leerssen heeft in Aken gestudeerd. Vergelijkende literatuurwetenschap en daarbinnen de Imagologie is zijn vakgebied. Kort samengevat handelt het boek over Europees identiteitsbesef. Leerssen ziet het thematiseren daarvan als een belangrijk tegengif tegen het denken in nationale categorieën . De wereld en ook Europa is te complex om ze (het) met eenvoudige wij - zij tegenstellingen te verklaren en de beeldvorming over nationale identiteiten is partieel, veranderlijk en intern tegenstrijdig, hetgeen die identiteiten nogal betrekkelijk en onbeduidend maakt. Hardnekkige beelden blijven onze mening over anderen beïnvloeden en het omgekeerde geldt evenzeer. Hoe zien we onszelf en hoe zien de anderen ons? Kunnen we , na 1989, een nieuwe Europese identiteit ontwikkelen? Een grote uitdaging voor Europa! Niet in de laatste plaats waarschuwt Leerssen voor de gevolgen van het de laatste tijd weer sterk in opkomst zijnde nationalisme. Daarom ga ik me nu maar verdiepen in een ander werk van zijn hand: ‘Nationaal denken in Europa, een cultuurhistorische schets’. Een leven lang leren, meer vragen en minder beweren.