Monday 7 November 2011

Wie zoet is krijgt lekkers of de normale norm

Geweldige column van Paul Prikken in De Limburger van zaterdag. “Er komt een tijd dat we in een motiverend vonnis van een rechter niet alleen spelfouten, maar ook redeneerfouten gaan lezen.” Hoe taalarmoede, een gebrek aan woorden en slordigheid leiden tot een gebrek aan redeneervermogen.

Het bewijs voor zijn stelling wordt op dezelfde pagina van de krant geleverd door de commentator van de dag. In zijn bijdrage met de titel ‘Wie zoet is’ neemt hij het besluit van de Limburgse Provinciale Staten om boetevrij rijden te gaan belonen nogal schreeuwerig op de korrel, omdat het principe van dit onzalige plan in zijn ogen niet deugt . Welk principe? Het principe dat het normaal is dat normale normen normaal nageleefd worden. Goed gedrag is ieders plicht. Iedereen wordt geacht zich aan de afspraken te houden. Onze wetten en regels zijn immers niet in zichzelf goed, ze zijn dat pas als iedereen zich eraan houdt. Doe normaal man! Niet de positieve prikkel maar de normale norm moet het principe zijn.

‘Wie zoet is’ riep bij mij meteen ‘krijgt lekkers’ op. Fout! Ook al is de goedheiligman al weer bijna in het land, wie zoet is heeft van deze commentator niets te verwachten. Want zoet zijn is normaal, zoet zijn is verplicht, iedereen wordt geacht zoet te zijn. Zoet moet! Wat zullen de kinderen teleurgesteld zijn! Hebben ze zo hun best gedaan zoet te zijn, blijven ze met lege handen achter. De enige beloning voor zoet zijn is dat je geen straf krijgt. Wie stout is krijgt nog de roe. Een pak voor de broek van zwarte piet of een vette bekeuring van oom agent. Negatieve prikkels kortom. Oom agent, die we eigenlijk helemaal niet nodig hebben, want zoet zijn is normaal, zoet zijn is verplicht, iedereen wordt geacht zoet te zijn. Maar helaas, het vlees is zwak.

Nu weet de eerste de beste amateur pedagoog net als Sinterklaas ook wel dat belonen meer oplevert dan straffen als het erom gaat gedrag in positieve zin, in de richting van de normale norm, te beïnvloeden. Dus even los van mogelijke uitvoeringsproblemen is de gedachte om goed gedrag te belonen en daarmee het volharden in dat goede gedrag te bevorderen zo gek nog niet en al helemaal niet onlogisch. Wie met zijn hondje wel eens naar de puppycursus geweest is kent dat principe ook wel. In de politiek wordt het maar zelden toegepast. Meestal zijn politici meer van het met wetten en regels normeren van gedrag en het bepalen van de straf die staat op niet naleving van de gestelde norm. Dat is de commentator van dienst kennelijk ook gewend, want hij schrikt zich bijna dood van deze voor politici vernieuwende denktrant. En door de schrik verliest hij zijn redeneervermogen.

Hij hoopt zelfs dat dit onderwerp, waarmee de provincie Limburg zich volstrekt belachelijk dreigt te maken de aandacht wekt van de Minister van Financiën. Hij zal wel hopen dat zijn commentaar de aandacht van de minister trekt, zodat diens belangstelling voor het onderwerp gewekt wordt. Ik weet het, kniesoor die erop let, maar armoedig is de redenering en het taalgebruik wel. Verder geen commentaar.