Friday 20 April 2012

Duits moet weer GEIL worden

Duits moet weer geil ( uitgesproken als gail, met een zachte, botte g, zoals in Gesellschaft ) worden. Als we dat woord tegenwoordig naar het Nederlands vertalen dan komt er zoiets als cool uit. Eigenlijk zegt dat alles. Maar we organiseren toch nog een dag van de Duitse Taal. Niet omdat het cool is om Duits te spreken, maar omdat we per jaar zo’n 7 à 8 miljard euro ( In Dagblad De Limburger zijn dat inmiddels auto geworden ) aan exportkansen laten liggen, omdat Nederlanders onvoldoende Duits spreken. We blijven tenslotte kooplieden, nietwaar.

Waar ik woon wonen ook veel Duitsers en menig Nederlander uit mijn dorp werkt in Duitsland. Dat levert al decennia lang het nodige gedonder op. Niet met de taal, maar met de regelgeving, die dag in dag uit mensen aan den lijve laat ondervinden dat het verenigde Europa nog heel ver weg is. Taal is een communicatiemiddel, maar dat niet alleen. Mensen identificeren zich ook met hun taal. In de gemeenteraad van mijn dorp werden, vlak nadat de binnengrenzen definitief tot het verleden behoorden, vragen gesteld over een inwoner die op zijn garagepoort een bordje met de tekst Einfahrt freihalten had aangebracht. En ook over het in de winkels in twee valuta’s prijzen van de aangeboden artikelen. We waren en zijn tenslotte toch in Nederland. Hier wordt dus Nederlands gesproken en geschreven. Een Duitser die bij ons, en dat kan ook op zondag, zijn boodschappen komt doen en probeert Nederlands te spreken, krijgt vrijwel automatisch antwoord in het Duits. Als er centjes verdiend kunnen worden, dan lukt dat best. Schrijven is een andere kwestie. Ik heb wel eens een bevestigingsbrief onder ogen gehad van een grote Nederlandse hotelketen, gericht aan een Duits zangkoor dat gereserveerd had. Daar lustten zelfs Duitse herders geen brood van. Meer dan dertig taalfouten in ongeveer tien regels.

De echte blunder hebben we gemaakt toen we het verplichte vreemde taalonderwijs afgeschaft hebben. Waarschijnlijk in de veronderstelling dat heel de wereld Nederlands zou gaan spreken. In een klein land als het onze, dat alleen al vanwege zijn omvang in hoge mate extern gericht is en dat bewezen heeft door vrijwel de hele wereld zeevarend leeg te roven, behoort het in taal en geschrift beheersen van Engels, Frans ,Duits en tegenwoordig wellicht ook Spaans, Russisch en Chinees tot het basisvaardighedenpakket van vrijwel elke inwoner. Maar sinds de grenzen open zijn voelen we ons kennelijk in onze identiteit bedreigd, zijn we ons gaan gedragen als het geweten van de wereld en lijden we aan een vreemd soort hoogmoedswaanzin. We vinden dat al die buitenlanders nu maar eens Nederlands moeten spreken en schrijven. Hoogmoed komt, zoals bekend mag worden verondersteld, voor den val. Wie vanuit misplaatste arrogantie zijn sterke punten om zeep helpt in plaats van ze sterker te maken, krijgt daar op een goede dag de rekening voor gepresenteerd.

We zijn inmiddels zover, dat de bestuursleden van de Vereniging Europese Grenslandbewoners niet meer in staat blijken om een, toch in het Nederlands geschreven, belastingverdrag met Duitsland, dat volgens staatssecretaris Weekers goed nieuws bevat voor met name de grensregio’s, te lezen laat staan te begrijpen. Misschien gaat dat makkelijker als ze de Duitse versie lezen.

Wat mij betreft wordt het de allerhoogste tijd, dat we in Europa allemaal een taal gaan spreken ( bevordert ook de Europese identiteit ) en de sociaal - economische en fiscale wetgeving in een klap harmoniseren. Dan hebben we dat soort ingewikkelde verdragen namelijk helemaal niet meer nodig. Maar ik vrees dat de nationale identiteiten nog zo sterk zijn dat we de komende vijfentwintig jaar nog wel zullen bakkeleien over de vraag of het nu Duits, Frans, Engels, Spaans, Italiaans, Grieks, Nederlands, Pools, Hongaars, Bulgaars, Roemeens, of noem nog maar een paar buitenplaatsen op, moet worden. Welke taal is GEIL als de toekomstige taal van Europa? Of spreekt de hele wereld inmiddels Engels, behalve de Duitsers?