Monday 22 August 2011

Hazare, de nieuwe Gandhi

India heeft een nieuwe Gandhi. Zijn naam is Hazare. Hij zet de elfde economie van de wereld ( die binnen twintig jaar op de derde plaats zal staan) in vuur en vlam met zijn - op geweldloos verzet steunende - campagne tegen corruptie. Zelf noemt hij het India’s tweede vrijheidsstrijd. Sinds afgelopen donderdag is hij in hongerstaking. Niet voor het eerst. Eerder deed hij het al vier dagen en wist de regering te dwingen om te komen met een wetsvoorstel gericht op het aanpakken van de corruptie, die het land miljarden kost. Dat wetsvoorstel ging hem echter niet ver genoeg. En dus kwam er een nieuwe hongerstaking. Eerst werd hij nog opgepakt door de politie en in de gevangenis gestopt. Dat leidde tot een storm van protesten. De autoriteiten moesten hem vrijlaten. Hij weigerde echter de gevangenis te verlaten als hij geen toestemming voor zijn hongerstaking in het Jai Prakash Narain Memorial Park zou krijgen. Prachtig, hoe één man honderdduizenden mensen weet te motiveren en op de been te krijgen. Prachtig, dat er nog iets is, dat de moeite van een hongerstaking waard is.

In India is in de afgelopen jaren, door het economische succes, een nieuwe middenklasse ontstaan. Dat is de groep, die het nu voor Hazare op neemt. Velen van hen hebben in het buitenland gestudeerd. Daar hebben ze kennis gemaakt met gemaakt met het gegeven, dat mensen op basis van hun verdiensten boven kunnen komen drijven en dat het dus kennelijk niet nodig is om in achterwerken te kruipen , ellebogen hun werk ten koste van anderen te laten doen of lid te zijn van de goede partij. Ze hebben er ook kennis gemaakt met ‘the rule of law’. De wet is voor iedereen gelijk. Het bewijst maar weer eens hoe belangrijk het is om onze onderwijsfaciliteiten open te houden voor studenten uit landen, die nog niet zover zijn als wij pretenderen te zijn. Onlangs zag ik nog hoe weinig de Duitse IND daarvan begrijpt. Begrijpen wij het in Nederland?

Het voorbeeld India laat weer eens duidelijk zien wat de goede volgorde is. Eten, opleiding, werk, inkomen, mensenrechten, democratie. In de praktijk blijken heel veel mensen bereid dictatoriale of zelfs totalitaire regimes te accepteren, als die ervoor zorgen, dat ze te eten hebben. Verzet is in eerste aanleg veelal een zaak van een kleine minderheid intellectuelen. Naarmate meer mensen zich met een gevulde maag verder kunnen ontwikkelen komt er vanzelf aandacht voor andere zaken en uiteindelijk ook een einde aan die regimes. We kunnen de democratie daarom geen betere dienst bewijzen, dan door bij te dragen aan een rechtvaardige verdeling van het voedsel en de kennis over de aarde. Het alternatief is de deuren en ramen dicht te gooien en te kiezen voor de vlucht in kleinburgerlijk isolationisme.