Tuesday 20 March 2012

A dirty mind is a joy forever ( Oscar Wilde )

Het rapport van de onderzoekscommissie bestaande uit mevrouw Sorgdrager en de heer Frissen over de handel en wandel van de Roermondse wethouder Jos van Rey is gisteren aan het college van Burgemeester en Wethouders, de gemeenteraad en de pers gepresenteerd. En iedereen haalt meteen zijn gelijk. De Limburger, omdat deze krant het altijd al goed gezien en geschreven heeft, hoewel de commissie stelt dat ze geen voorbeelden van bevoordeling van projectontwikkelaar Van Pol heeft kunnen vinden en de gemeente niet benadeeld is door de vriendschap van Van Pol met Van Rey. De burgemeester omdat de bewering van de krant, dat Van Rey zich bij de ontwikkeling van het Kazernevoorterrein, Jazz City en het Arresthuis schuldig gemaakt zou hebben aan regelrechte belangenverstrengeling, niet gestoeld is op feiten. Van Rey omdat de commissie stelt dat hij voortdurend naar de letter en de geest van de gedragscode geopereerd heeft. Iedereen weet dat schijn bedriegt en de commissie stelt vast dat ook de schijn van deze belangenverstrengeling heeft bedrogen. Het ontstane beeld stemt niet overeen met de werkelijkheid. Maar hij was er wel, die schijn, en hij had niet gewekt mogen worden. De gemeenteraad moet op 5 april nog politieke conclusies aan het rapport verbinden. Feitelijk is er dus niets aan de hand. Maar de gezamenlijke bezoeken aan internationale vastgoedbeurzen en het niet betalen voor het gebruik van een vakantiehuisje zijn minder fraai maar, zo stelt de commissie, van beperkte politieke betekenis. Daar zou de gemeenteraad anders over kunnen denken. Maar die gemeenteraad heeft zitten slapen. Ze hadden het allemaal kunnen weten, als ze de integriteitsmeldingen van Van Rey opgevraagd hadden, zoals Van Rey zelf dat jaren gedaan heeft bij de leden van het college van Gedeputeerde Staten, toen hij nog lid was van provinciale staten. En omdat ze dat niet gedaan hebben acht Van Rey zichzelf onschuldig. Dat is misschien een beetje kort door de bocht. Aan de ene kant is in onze rechtsstaat niemand verplicht zichzelf aan te geven of te beschuldigen. Aan de andere kant betekent het feit dat iemand tegen zijn vrienden zegt dat hij iets gedaan heeft wat misschien niet mag en dat daar verder geen haan naar kraait noch enige actie op volgt nog niet dat hij daarom per definitie onschuldig is. De conclusie is misschien wel dat de krant te hoog van de toren geblazen heeft, Van Rey – en dat geeft hij zelf ook als leermoment aan – opener in de richting van de gemeenteraad had kunnen communiceren, zijn collega wethouders en de burgemeester kritischer hadden kunnen zijn en de gemeenteraad wakkerder. En dan nog zal het moeilijk blijven om het wekken van schijn te voorkomen, want wie kwaad wil denken kan dat altijd. A dirty mind is immers a joy forever. Ik ben geen aanhanger van Van Rey, het is geen lekker jongetje, maar dat wil nog niet zeggen dat hij een boef is. Wij kunnen in ons land niemand veroordelen omdat het erop lijkt dat hij iets gedaan heeft wat hij feitelijk niet gedaan heeft. De feiten spreken, kennelijk ook volgens de commissie, in het voordeel van Van Rey. De schijn kan wat mij betreft de prullenbak in.