Wednesday 3 August 2011

Kom in verzet!

Kijkend naar de wereld overkomt mij niet bepaald een gevoel van vrolijkheid en optimisme. Verbazing en ook verontwaardiging krijgen geleidelijk de overhand. Ik geef het toe, ik radicaliseer. Mijn woorden doen er niet zoveel toe.Ik kijk niet alleen, ik lees ook en luister. Oude mannen als Jean Ziegler en Stéphane Hessel komen op mijn pad. Ze bevestigen wat ik voel. Ik lees de tweets van waarnemend gouverneur Frissen bij de Salzburger Festspiele en vraag me af of hij weet heeft van de ‘Ausladung’ van Ziegler om de openingsrede daar uit te spreken. Zou hij ‘Indignez-vous!’ van Hessel gelezen hebben? Interesseert de boodschap van de opsteller van de universele Verklaring van de Rechten van de Mens hem? Of geniet hij gewoon van alle mooie dingen die hem in de schoot geworpen worden, zonder zichzelf , laat staan anderen, al te veel lastige vragen te stellen? Hij heeft er toch hard voor gewerkt. Hij heeft dit toch zeker verdiend. Ik lees ook tweets van burgemeesters, die de sociale media ontdekt hebben. Ik kan ze niet betrappen op richtinggevende opmerkingen. Ze afficheren zich als gewone mensen. Huilen mee met de wolven in het bos. Zijn zogenaamd toegankelijk. Populair bij hun volgers. Populariteit, daar lijkt het om te gaan. Ik kan de wereld toch niet in mijn eentje veranderen, dus laat ik maar zoveel mogelijk genieten. Het leven is te kort om me druk te maken over zaken waar ik toch geen invloed op heb.
Maar is het niet beschamend voor ons als mensheid hoe we toe staan te kijken als Assad zijn eigen volk afslacht? Verder als ‘stout, stout’ komen we niet en zelfs die uitspraak vergt maandenlang vergaderen. Ik begin begrip te krijgen voor mensen, die tot de conclusie gekomen zijn, dat al dat praten niet helpt. Dat er iets gedaan moet worden om de boel wakker te schudden. Er is dringend behoefte aan een nieuwe verzetsbeweging, een nieuwe internationale Résistance. We hebben idealen nodig. Het is de vraag of het staatsmonopolie op geweld gehandhaafd kan blijven als die staat dat monopolie gebruikt om zijn eigen burgers te onderdrukken en te vermoorden. Idealistisch, romantisch, wereldvreemd. Ik hoor het ze al roepen. En toch maken de woorden van de 93-jarige Hessel indruk:
“Wij zagen een wereld voor ons, waarin niemand voor zijn broodwinning hoefde te vrezen als hij ziek werd. Waar een vluchteling een veilige haven kan vinden, zonder als misdadiger of opportunist afgeschilderd te worden. Wij zagen een land voor ons, waarin verdienste de maat is voor macht en invloed, en niet bezit. Wij zagen een land voor ons, waarin ieder kind, in elk dorp, in elke stad, in elke wijk, de kans krijgt zijn talenten te ontwikkelen. Een land waarin elke vader en elke moeder, ongeacht hun eigen inkomen, het genoegen en de trots kan beleven, om hun zoon of dochter een diploma van de universiteit in ontvangst te zien nemen.
Waar halen ze het lef vandaan, om te zeggen dat er voor deze elementaire zaken geen geld meer is? Geen geld voor fatsoen, voor waardigheid, voor onderwijs, voor schoonheid of voor natuur? Terwijl de macht van het geld nog nooit zo groot, zo onbeschaamd, zo egoïstisch is geweest.
Hoe halen ze het in hun hoofd om onze economie in handen te laten van dezelfde gokverslaafden, die ons keer op keer met hun piramidespelen bedriegen? Waar halen ze het gore lef vandaan om in onze naam te capituleren voor het materialisme?
Ik raad u aan zich te verzetten. Ik raad u aan woest te worden.”
En ook de niet uitgesproken rede van Jean Ziegler maakt indruk op mij. De tekst heb ik al eerder in mijn blog opgenomen. Woorden zijn kennelijk toch gevaarlijk. Ziegler mocht ze niet uitspreken in Salzburg. Hij zou het feestje van de materialisten, die al lang geen boodschap meer aan idealen hebben, verstoord hebben.
Onze leiders hebben geen idealen meer. Rutte heeft geen boodschap aan Griekenland. Wilders demoniseert de helft van de wereldbevolking. Het zijn geen leiders, maar marionetten en slachtoffers.
Ik zou liever leven in een land dat geleid werd door Stéphane Hessel.
“Mijn lange leven heeft mij een reeks van redenen gegeven om verontwaardigd te zijn. 93 jaar, ben ik. Dit is mijn allerlaatste etappe. Vóór ik over de streep fiets wilde ik u nog wat zeggen. Ik wil u aanraden u te verzetten. Ik wil u aanraden verontwaardigd te worden. Ik wil u aanraden verontwaardigd te worden, en verontwaardigd te blijven. Uw hele leven lang. Net zoals ik.
U bent allemaal opgegroeid in een wereld die gebouwd is op het puin van de oorlog. Opgebouwd door mensen die zo oud zouden zijn als ik - als ze nog hadden geleefd. Wij hebben voor ons land een aantal principes en waarden voorgesteld die de basis moesten vormen voor onze opbouw. Deze principes en waarden hebben we nodig - vandaag meer dan ooit.
Ik ben een van de laatste, en binnenkort is het voor mij voorbij. Het is aan U om ervoor te zorgen dat onze maatschappij een maatschappij wordt waar U trots op kan zijn.
Niet deze maatschappij van achterdocht als het gaat om immigranten, niet deze maatschappij van autochtonen en allochtonen, van legalen en illegalen, van uitzettingen en van opgegroeide kinderen die mogen blijven omdat zij per ongeluk teveel verwesterd zijn. Niet deze maatschappij waarin mensenrechten minder belangrijk zijn dan welvaart, omdat alleen dat wat geld oplevert, recht heeft om te bestaan.
Wij, veteranen van de verzetsbewegingen en van de strijdkrachten, roepen de jonge generaties op om de erfenis en de idealen van het verzet tot leven te brengen en ze door te geven. Wij zeggen tegen hen: neem onze plaats in, kom in verzet!”

Angst en geld regeren de wereld

In Amerika zijn de politici, die zich de laatste week als kleine kinderen gedragen hebben, het uiteindelijk eens geworden over de verhoging van het schuldenplafond. Daardoor kunnen de VS hun rekeningen blijven betalen. Als het land meer leent, dan moet er natuurlijk ook meer terugbetaald worden. Om dat te kunnen moeten de overige uitgaven teruggedrongen worden of de inkomsten, zeg maar de belastingen, verhoogd worden. Of natuurlijk beide. Zwart – wit gesteld willen de democraten in de VS de belastingen verhogen en de republikeinen de uitgaven verlagen. Uiteindelijk gaat het altijd om de vraag wie de rekening moet betalen voor het feit dat we met zijn allen meer uitgeven dan we verdienen.
In Europa is het al niet anders. Daar hebben de Ieren, de Portugezen en de Grieken zoveel schuld, dat ze niet meer in staat zijn om terug te betalen. Veertien andere Europese landen helpen drie andere uit de brand. Net als de Amerikanen, moeten die drie fors bezuinigen op de uitgaven en meer geld binnen zien te halen door staatseigendommen te verkopen en belastingen te verhogen. Mede omdat ze meehelpen aan de redding van de drie, komen Spanje en Italië nu ook in de problemen. De zogeheten financiële markten betwijfelen of ze hun schulden nog wel terug kunnen betalen. En dus moeten ze meer rente betalen over het geld dat ze lenen. En daardoor komt hun bijdrage aan de redding van de drie onder druk te staan. Daar moeten dan de overige elf weer voor opdraaien.
Wat mij betreft is het prima, dat de sterken de zwakken helpen.
Minder enthousiast ben ik over de rol van degenen die speculeren op wat er gebeurt en daar dik geld aan proberen te verdienen . En nog minder enthousiast ben ik over de banken.
Dat zijn al lang geen ondernemingen meer in de traditionele zin van het woord. Het zijn de staten, die de risico’s lopen. De staten houden de banken overeind en daardoor kunnen de banken leningen blijven verstrekken. Zo houden de banken de regeringen in een wurggreep. Dat is een gecompliceerd spel. Zo ondoorzichtig, dat onze Nederlandse bewindslieden het aan onze volksvertegenwoordigers niet meer goed kunnen uitleggen. Misschien willen ze het ook niet helemaal uitleggen. Want de vraag is of onze volksvertegenwoordigers nog wel zouden instemmen met hulp aan de economisch zwakkere landen, of ze nog wel solidair willen zijn, als ze weten dat we niet alleen extra op onze uitgaven moeten beknibbelen vanwege die solidariteit, maar ook nog eens extra moeten bezuinigen om garant te staan voor eventuele verliezen van de banken. Die banken dreigen namelijk gewoon met failliet gaan. Dan verliezen burgers hun spaarcenten en breekt de pleuris uit. Bankiers krijgen in ieder geval geen hesje met ‘werkt voor de samenleving’ erop.
Als wij de welvaart echt eerlijk(er) willen (ver)delen zullen we om te beginnen de tering naar de nering moeten zetten, zodat we minder hoeven te lenen. Bij die noodzakelijke stappen terug geldt ,wat mij betreft , nog altijd dat de kwaliteit van de samenleving bepaalt wordt door de wijze waarop wij met de zwakste omgaan. Vooral degenen die zich verrijkt hebben en nog steeds verrijken aan het spel op de financiële markten moeten, om de kwaliteit van de samenleving te kunnen handhaven, een dikke rekening gepresenteerd krijgen. Wij halen allemaal onze spaarcentjes weg bij de banken en stoppen ze weer in een oude sok. Dan kunnen de banken veilig omvallen of weer echt gaan ondernemen en dus ook risico lopen. Nu leunen ze achterover en leggen het probleem bij hun klanten, bij ons, neer. En onze leiders durven ons dat niet te vertellen. Solidariteit is onze enige redding op de lange termijn, maar de banken kunnen wat mij betreft barsten.