Saturday 9 April 2011

Het onbehagen (verdriet) van Limburg

In ‘De Limburger’ van vandaag las ik – in het kader van de serie over ‘Het Onbehagen’ – een interview met Marcia Luyten en ook de oproep om eventuele tips door te geven.

Marcia Luyten kijkt door de bril van de econoom en cultuurhistoricus naar Limburg. Zelf vertrok ze, omdat er in Heerlen niets gebeurde , terwijl in Amsterdam alles gebeurde. Alles? Wat was dat dan? Misschien was het de veronderstelling dat de wereld wel degelijk te veranderen was door het nastreven van idealen.
In het interview komt de invloed van de kerk en de mijnen terecht ter sprake. De Limburgers moesten hard werken en luisteren. De rest werd geregeld. De pastoor, de directeur, de schoolmeester en de politiek ( de KVP, het CDA ) hielden de touwtjes strak in handen. Ze predikten een realisme, dat bij veel Limburgers wellicht geleid heeft tot een instelling van ‘ut kunt wie ut kunt’. Na de sluiting van de mijnen, kregen velen inderdaad zware klappen te verwerken. Omscholen en weer werkeloos. Bedrijven die subsidies kwamen opstrijken en weer verdwenen. De kinderen van die generatie hebben dat meegekregen. Kijk eens wat ZE allemaal met ons doen!
In dezelfde krant van zaterdag staat een artikel over de laatste werknemers van Limburg Kozijnen met de kop : ‘We willen respect en menselijkheid’. Ook die werknemers willen een wereld die anders is, dan die welke ze nu ervaren.
In dit verband is de Amerikaans-Joodse filosofe Susan Neiman, directeur van het Einstein Forum in Berlijn ( Potsdam )interessant. In het aprilnummer van Filosofiemagazine staat een interview met haar. En ook in het door haar geschreven boek met de titel ‘Morele helderheid, goed en kwaad in de 21ste eeuw’ kunnen verdere aanknopingspunten gevonden worden.
Kort gezegd komt het erop neer dat mensen aangetrokken worden door de hoop op een beter leven. Ze hebben geen behoefte ( meer ) aan politici die in niets meer geloven behalve in machtspolitiek en de poll van de dag. Ze hebben wel behoefte aan een politiek die verder gaat dan begrotingsplaatjes en aan politici die ergens voor durven te staan.
Van Wilders kun je veel zeggen, maar niet dat hij nergens voor staat. Zijn populisme heeft mede zo’n grote aanhang, aldus Nieman, omdat het nog idealistisch durft te zijn ( geef Limburg terug aan de Limburgers! ). Of dat iets zal oplossen is de vraag, maar kennelijk beantwoordt het wel aan een behoefte. Daarenboven sluit de politiek van Wilders naadloos aan bij de ook door Marcia Luyten verwoorde aard van de Limburgers om anderen de schuld te geven.