Wednesday 9 May 2012

De wietpas is een lapmiddel


De wietpas houdt de gemoederen bezig. Coffeeshops in Maastricht sluiten vrijwillig de deuren en jagen hun klanten de straat op ,de illegaliteit in of naar hun collega’s in de provincies waar de pas (nog) niet ingevoerd is. Dat doen ze uit protest, want er zijn veel vraagtekens over de privacygevoeligheid van het registratiesysteem, en omdat ze het zich kennelijk kunnen permitteren. Ze moeten sinds de invoering van de wietpas buitenlanders weren en mogen nog maar 2000 geregistreerde Nederlandse klanten bedienen. De registratieplicht schrikt menig brave huisvader en –moeder, die nu en dan een joint rookt , af. Stel je voor je wietpas - gegevens komen in handen van je werkgever. Buitenlanders voelen zich gediscrimineerd. De illegale handel leeft op. Het doet denken aan de drooglegging in de twintiger jaren van de vorige eeuw in de Verenigde Staten, waar het alcoholverbod een impuls gaf aan de georganiseerde criminaliteit.

De beleidsmakers zeggen natuurlijk dat het allemaal wel meevalt. Burgemeester Hoes heeft de burgers opgeroepen drugsgerelateerde klachten vooral te melden en vindt het fijn dat ze massaal gehoor geven aan zijn oproep. Runners , straatdealers worden opgepakt, krijgen een gebiedsverbod en gaan even later elders gewoon weer verder. De vraag is echter hoe lang burgers blijven klagen en hoe lang de politie in staat is de inzet te blijven leveren, die nu – noodgedwongen – geleverd wordt. Zo heeft het al lang geen zin meer om te klagen dat je fiets gestolen is of om aangifte te doen van een inbraak in je horecazaak. Daar gebeurt verder toch niets mee. Waarom zou je dan nog klagen of aangifte doen? Dat levert slechts een hoop papierwerk en frustratie op. De overheid is al lang niet meer in staat om de veiligheid van de burgers te garanderen. Wel schieten de (overlast)meldpunten als paddenstoelen de grond uit. Meestal op initiatief van de een of andere politiek partij. Een gevaarlijke ontwikkeling. Die meldpunten wekken namelijk de suggestie en de verwachting dat er met de klachten iets gebeurt. Als dat vervolgens niet of in onvoldoende mate het geval is, is de teleurstelling groot en daalt het vertrouwen in politiek en overheid nog verder. Mensen gaan het dan wel zelf regelen. Met als ultiem resultaat een toename van de eigenrichting. Op de wat langere termijn heeft dat wederom tot gevolg dat de verkeerde mensen aangepakt worden. De brave burger die zichzelf beschermt en dus eigenlijk de taak van de falende overheid overneemt is voor diezelfde overheid een makkelijkere prooi dan de georganiseerde crimineel. Maar dat even terzijde.

In Nederland heeft de overheid jaren geprobeerd het gebruik van softdrugs te reguleren, zonder het te legaliseren. De verkoop aan de voordeur van de coffeeshop wordt openlijk en expliciet toegestaan, terwijl de inkoop en de opslag aan de achterdeur stiekem en impliciet gedoogd wordt. De houdbaarheidsdatum van dat gedoogbeleid is verstreken. Het is ongeloofwaardig geworden. Tegelijkertijd hebben de coffeeshops zich ontwikkeld tot een bedrijfstak waar veel geld in om gaat. Met de wietpas wordt alleen maar geprobeerd de omvang van de coffeeshops in de hand te houden en daarmee het gedoogprobleem aan de achterdeur te verkleinen en de overlast, die overigens vooral door straatdealers veroorzaakt wordt, te beperken. Dat zal niet werken, temeer daar de coffeeshops inmiddels aangetoond hebben welke markt er voor het gebruik van cannabisproducten is. Het wordt dus tijd voor een echte keuze. Ofwel legaliseren ofwel een algeheel verbod.