Tuesday 14 February 2012

Angelsaksisch Knoevelemint 2012

Als hofnar van de prins beschik ik nu een poosje over narrenvrijheid. Ik mag zeggen wat andere slechts mogen denken. Met de spiegel hoog geheven zeg ik wat andere graag hadden willen zeggen. Zij moet en echter voortdurend op hun hoede zijn en elk van hun woorden wordt op een goudschaaltje gewogen. Die handicap heb ik niet. Wat ik zeg of schrijf interesseert geen mens of slechts een enkeling en het doet er verder ook niet toe. Dat geeft een heerlijk vrij gevoel.

Gisteren was ik op het Knoevelemint 2012 een van de 333 genodigden bij een zitting naar Rijnlands model. Althans zo betoogde de opperspreekstalmeester meerdere malen. Zittend op houten banken aan lange tafels mochten we genieten van een keur aan artiesten. Het moest op zijn Rijnlands omdat Angelsaksisch te duur werd. Open en staand leverde volgens de gouverneur vooral een fikse openstaande rekening op. Knuffelen mag, als het maar niet te duur wordt. Dus bezuinigen. Streng selecteren en controleren. Efficiënt serveren, ieder kwartier een drankje. Om half drie beginnen en om zeven uur iedereen de deur uit. De opperspreekstalmeester heeft zich vergist of hij heeft de instructies van de gouverneur verkeerd begrepen . Het Knoevelemint 2012 werd voor het eerst volgens het Angelsaksische model gehouden.
Over verkeerd begrepen gesproken, de Moelemeëker van de Blauw Sjuut begreep helemaal niets van de humoristische opmerkingen van de gouverneur. Die gaf hem een boodschap voor de burgemeester mee, die erop neer kwam dat ze in Heerlen goed moeten uitkijken dat ze niet alleen wind overhouden als ze al hun kroonjuwelen in de etalage zetten. Vroeger was die Moelemeëker een goed voorbereid spreker, die precies wist waar hij was en wat er op die plek in het afgelopen jaar allemaal gebeurd was. De huidige Moelemeëker weet alleen dat zijn functie al 64 jaar Moelemeëker heet en dan houdt het zo ongeveer wel op. Hij presteerde het zelfs om de gouverneur met burgemeester aan te spreken. Een beetje de weg kwijt, de arme man. En hij spreekt Frans. Heerlen zit volgens hem vol met enterpeneurs, die van privatiseren hun hobby maken en dus het glaspaleis, de thermen en kasteel Hoensbroek gewoon verkopen, net als de Grieken al hun staatsbezittingen moeten verkopen. Dat is natuurlijk wel humor. Maar niet voor de Moelemeëker. Hij meende het bloedserieus en het had maar een haar gescheeld of hij had de gouverneur een klap verkocht. Misschien kan Jan Hoen zijn erelidmaatschap van de Blauw Sjuut gebruiken om het bootje weer op de juiste humoristische koers te brengen en het kanon van de Moelemeëker van de juiste humormunitie voorzien.

Natuurlijk waren er veel veren. Zelfs de burgemeester van Landgraaf droeg een steek met vier lange veren. Of die nu ook prins geworden is, vroeg ik me af? Ik heb even op de lijst van nevenfuncties gekeken en nu blijkt hij president van de Samenwerkende Limburgse Vastelaovensvereniginge te zijn en zelfs senator van dienst van het Pakstad Garde Regiment. Ik ken een Limburgse wethouder , die zich eens onherkenbaar verkleed door een bode zijn eigen gemeentehuis uit heeft laten gooien omdat hij geen toegangsbewijs had. Humor is toch ook en vooral zelfrelativering. Dat zal de president niet gebeuren vrees ik. Die wil net als heel veel verendragend volk dat geen prins is vooral herkend en erkend worden. De gouverneur gaat gelukkig met een masker getooid, onherkenbaar de straat op.