Tuesday 3 February 2009

De schoen als politiek projectiel

Sinds Nikita Chroesjtsjov is de schoen een belangrijk politiek wapen. Hij sloeg er op 12 oktober 1960 mee op tafel in een vergadering van de Verenigde Naties. De interpretaties over de aanleiding tot van deze historische gebeurtenis verschillen. De schoen raakte vervolgens enigszins op de achtergrond. Maar sinds 14 december 2008 beleeft hij als politiek projectiel een revival. In het kantoor van de eerste minister van Irak, Noeri al-Maliki, kreeg ex-president George W. Bush er maar liefst twee naar zijn hoofd. Van een journalist. Ze misten allebei doel, maar de boodschap was duidelijk. Tenminste voor de Arabische wereld, want daar is het gooien met schoenen een teken van minachting. In het westen werd er min of meer besmuikt om gelachen. Vandaag vloog in de universiteit van Cambridge een schoen in de richting van de Chinese premier Wen Jiabao. Een sportschoen deze keer. Van een student. Ook die miste zijn doel. Het waren duidelijk geen honkballers, die werpers. Nee. Politicus, journalist, student. Het zijn niet de minsten die met schoenen slaan of gooien om hun argumenten kracht bij te zetten. Arme mensen gooien niet met schoenen. Die zijn veel te blij dat ze een paar aan hun voeten hebben. Ze zouden wel gek zijn om die van zich te werpen. Het daderprofiel van de schoenenwerper wijst dus in de richting van de categorie beter gesitueerden. Je moet een beetje doorgeleerd hebben om tot zo’n daad te komen. Bij Chroesjtsjov was niet helemaal duidelijk of hij nu beledigd was of alleen maar de aandacht van de voorzitter wilde trekken omdat hij zich genegeerd voelde. De journalist en de student waren duidelijk boos. Journalisten worden geacht zo objectief als maar enigszins mogelijk verslag te doen van de feiten. Dat lukt ze tegenwoordig niet allemaal meer, want soms hebben ze liever een mening en zoeken naar bevestiging daarvan. Bush is een hond en honden krijgen nu eenmaal schoenen naar hun kop. Van studenten zou je mogen verwachten dat ze hun verstand gebruiken. Dat lukt kennelijk ook al niet meer bij iedere bolleboos. Stoer een positie innemen, zonder gehinderd te worden door al te veel feitenkennis, doet het bij menigeen goed. Geen plaats meer voor twijfel. Die Wen Jiabao is een dictator. Dat de Chinese regering er de afgelopen decennia in geslaagd is om zo’n 400 miljoen landgenoten aan de armoede te onttrekken en er daarmee onder meer voor te zorgen dat ze goede schoenen hebben is van geen belang. Dat de Chinese regering er – in tegenstelling tot de Russische in 1989 – voor kiest om eerst de zaak economisch op orde te brengen en pas daarna te democratiseren hoef je niet in je overwegingen mee te nemen. Want wij westerlingen zijn de kampioenen van de democratie en de mensenrechten. Of die mensen sterven van de honger vinden wij niet zo van belang. Als ze maar mogen stemmen en zeggen wat ze willen. Of dat een hele natie ontwricht en van de koers af brengt, waar wij ons nauwelijks in verdiept hebben, is van minder importantie. Ik blijf de dialoog, die begrip als uitgangspunt heeft en pas daarna een poging doet om begrip te ontvangen een beter instrument vinden dan het werpen met wat dan ook. Werpen werpt ons alleen maar verder terug.