Friday 23 March 2012

Nomofobie is volksziekte nummer 1 en kijk uit voor de twitterduim!

Nomofobie. Geen-mobiele- telefoon-fobie. No-mobile-phone-phobia. Nomophobia. Ik had er nog niet van gehoord. Er zijn weer wat zogenaamde wetenschappers die een onderzoek gedaan hebben. Dit keer in Groot-Brittannië. Uit een on - line steekproef van 1000 mensen bleek dat 66 % van de gebruikers van een mobiele telefoon last heeft van paniekaanvallen als ze niet in de buurt van dat ding zijn of het niet kunnen vinden. Vier jaar geleden was dat 11% minder. Naast de vele voordelen die de mogelijkheid van mobiel telefoneren met zich mee brengt, worden we , als we deze wetenschappers moeten geloven, tegelijkertijd bijna allemaal rijp voor de psychiater. In de groep 18 tot 24 jarigen is het percentage nomofobielijders zelfs 77. Gevoelens van verveling, eenzaamheid en onveiligheid maken ons, als de Handy niet in de buurt is, knettergek. De mobiele telefoon is niet zo maar een gebruiksvoorwerp, nee, het is een verlengstuk van ons lichaam geworden, een nieuw zintuig. Ongeveer 45% van de bevolking van India blijkt inmiddels nomofobisch. Wie zijn mobiele telefoon meer dan drie uur per dag gebruikt loopt een verhoogd risico. We worden niet alleen gek , maar krijgen ook steeds meer nek- en schouderklachten door het gebruik van de mobiele telefoon. En dat is nog niet alles. Na de muisarm doet nu ook de twitterduim zijn intrede in de medische wereld, ten gevolge van het veelvuldig twitteren en sms’en.

Ik heb even wat cijfers opgezocht. Op de wereldbevolking van iets meer dan 7 miljard mensen circuleren 5,6 miljard mobiele telefoons. In het Verenigd Koninkrijk wonen ruim 61 miljoen mensen en er zijn meer dan 75 miljoen mobiele telefoons in omloop. In India zijn er 900 miljoen mobieltjes op 1,2 miljard inwoners. Bij ons zijn er 20 miljoen mobieltjes op ruim 16 miljoen inwoners. Wij hebben derhalve ongeveer 10.890.000(!) nomofobielijders.

Ik ben geen statisticus. Toch betwijfel ik intuïtief de geldigheid van de onderzoeksresultaten. Daniel Kahneman beschrijft in zijn boek ‘Ons feilbare denken’ dat er aanzienlijke beperkingen zijn in ons vermogen om kleine risico’s in te schatten. Ofwel we negeren ze ofwel we blazen ze tot onnoemelijke proporties op. En er is geen tussenweg. Hij maakt eveneens melding van het feit dat steekproefvariabiliteit voor een onderzoeker geen liefhebberij , maar een duur en lastig obstakel is, dat elk onderzoeksobject in een gok kan veranderen. Onderzoekers die een te kleine steekproef gebruiken geven zich over aan het toeval. Als het aan mij ligt hoeft u zich derhalve vooralsnog geen zorgen te maken en kan dit nieuws opgeborgen worden in de categorie wetenschappelijke ONZIN, wat overigens niet wil zeggen dat er geen mensen zijn die aan nomofobie lijden.

No comments:

Post a Comment